Niederländisch
Detailübersetzungen für achteraanlopen (Niederländisch) ins Deutsch
achteraanlopen:
achteraanlopen Verb (loop achteraan, loopt achteraan, liep achteraan, liepen achteraan, achteraan gelopen)
-
achteraanlopen
Konjugationen für achteraanlopen:
o.t.t.
- loop achteraan
- loopt achteraan
- loopt achteraan
- lopen achteraan
- lopen achteraan
- lopen achteraan
o.v.t.
- liep achteraan
- liep achteraan
- liep achteraan
- liepen achteraan
- liepen achteraan
- liepen achteraan
v.t.t.
- heb achteraan gelopen
- hebt achteraan gelopen
- heeft achteraan gelopen
- hebben achteraan gelopen
- hebben achteraan gelopen
- hebben achteraan gelopen
v.v.t.
- had achteraan gelopen
- had achteraan gelopen
- had achteraan gelopen
- hadden achteraan gelopen
- hadden achteraan gelopen
- hadden achteraan gelopen
o.t.t.t.
- zal achteraanlopen
- zult achteraanlopen
- zal achteraanlopen
- zullen achteraanlopen
- zullen achteraanlopen
- zullen achteraanlopen
o.v.t.t.
- zou achteraanlopen
- zou achteraanlopen
- zou achteraanlopen
- zouden achteraanlopen
- zouden achteraanlopen
- zouden achteraanlopen
diversen
- loop achteraan!
- loopt achteraan!
- achteraan gelopen
- achteraan lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für achteraanlopen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zuhinterst gehen | achteraanlopen |
Computerübersetzung von Drittern: