Niederländisch
Detailübersetzungen für aanmatigen (Niederländisch) ins Deutsch
aanmatigen:
-
aanmatigen (zich verbeelden)
prätendieren; anmaßen-
prätendieren Verb (prätendiere, prätendierst, prätendiert, prätendierte, prätendiertet, prätendiert)
-
Konjugationen für aanmatigen:
o.t.t.
- matig aan
- matigt aan
- matigt aan
- matigen aan
- matigen aan
- matigen aan
o.v.t.
- matigde aan
- matigde aan
- matigde aan
- matigden aan
- matigden aan
- matigden aan
v.t.t.
- heb aangematigd
- hebt aangematigd
- heeft aangematigd
- hebben aangematigd
- hebben aangematigd
- hebben aangematigd
v.v.t.
- had aangematigd
- had aangematigd
- had aangematigd
- hadden aangematigd
- hadden aangematigd
- hadden aangematigd
o.t.t.t.
- zal aanmatigen
- zult aanmatigen
- zal aanmatigen
- zullen aanmatigen
- zullen aanmatigen
- zullen aanmatigen
o.v.t.t.
- zou aanmatigen
- zou aanmatigen
- zou aanmatigen
- zouden aanmatigen
- zouden aanmatigen
- zouden aanmatigen
diversen
- matig aan!
- matigt aan!
- aangematigd
- aanmatigende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für aanmatigen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
anmaßen | aanmatigen; zich verbeelden | toeëigenen; zich aanmatigen |
prätendieren | aanmatigen; zich verbeelden | beweren; pretenderen; stellen; toeëigenen; verklaren; voorgeven; zich aanmatigen |