Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. aan komen zetten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aan komen zetten (Niederländisch) ins Deutsch

aan komen zetten:

aan komen zetten Verb (kom aan zetten, komt aan zetten, kwam aan zetten, kwamen aan zetten, aan komen zetten)

  1. aan komen zetten

Konjugationen für aan komen zetten:

o.t.t.
  1. kom aan zetten
  2. komt aan zetten
  3. komt aan zetten
  4. komen aan zetten
  5. komen aan zetten
  6. komen aan zetten
o.v.t.
  1. kwam aan zetten
  2. kwam aan zetten
  3. kwam aan zetten
  4. kwamen aan zetten
  5. kwamen aan zetten
  6. kwamen aan zetten
v.t.t.
  1. ben aan komen zetten
  2. bent aan komen zetten
  3. is aan komen zetten
  4. zijn aan komen zetten
  5. zijn aan komen zetten
  6. zijn aan komen zetten
v.v.t.
  1. was aan komen zetten
  2. was aan komen zetten
  3. was aan komen zetten
  4. waren aan komen zetten
  5. waren aan komen zetten
  6. waren aan komen zetten
o.t.t.t.
  1. zal aan komen zetten
  2. zult aan komen zetten
  3. zal aan komen zetten
  4. zullen aan komen zetten
  5. zullen aan komen zetten
  6. zullen aan komen zetten
o.v.t.t.
  1. zou aan komen zetten
  2. zou aan komen zetten
  3. zou aan komen zetten
  4. zouden aan komen zetten
  5. zouden aan komen zetten
  6. zouden aan komen zetten
diversen
  1. kom aan zetten!
  2. komt aan zetten!
  3. aan komen zetten
  4. aan komen zettende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für aan komen zetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mit etwas ankommen aan komen zetten

Verwandte Übersetzungen für aan komen zetten