Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für vertoornen (Niederländisch) ins Deutsch
vertoornen:
-
vertoornen (verstoren)
Konjugationen für vertoornen:
o.t.t.
- vertoorn
- vertoornt
- vertoornt
- vertoornen
- vertoornen
- vertoornen
o.v.t.
- vertoornde
- vertoornde
- vertoornde
- vertoornden
- vertoornden
- vertoornden
v.t.t.
- heb vertoornd
- hebt vertoornd
- heeft vertoornd
- hebben vertoornd
- hebben vertoornd
- hebben vertoornd
v.v.t.
- had vertoornd
- had vertoornd
- had vertoornd
- hadden vertoornd
- hadden vertoornd
- hadden vertoornd
o.t.t.t.
- zal vertoornen
- zult vertoornen
- zal vertoornen
- zullen vertoornen
- zullen vertoornen
- zullen vertoornen
o.v.t.t.
- zou vertoornen
- zou vertoornen
- zou vertoornen
- zouden vertoornen
- zouden vertoornen
- zouden vertoornen
diversen
- vertoorn!
- vertoornt!
- vertoornd
- vertoornend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vertoornen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hindern | verstoren; vertoornen | afbreken; afhouden; belemmeren; beletten; chicaneren; doen mislukken; doen ophouden; een stokje steken voor; ervanaf houden; hinderen; kleinzielig gedragen; onderbreken; onmogelijk maken; storen; verhinderen; verijdelen; voorkomen; voorkómen; weerhouden |
stören | verstoren; vertoornen | afbreken; belemmeren; beletten; doen ophouden; ergeren; hinderen; irriteren; obstructie plegen; onderbreken; onmogelijk maken; op de zenuwen werken; storen; verhinderen; verstoren; vervelen; voorkomen; voorkómen |
verstimmen | verstoren; vertoornen | ontstemmen |