Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: uitbaten

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: uitbaten

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

uitbaten:
- Wiktionary:
  uitbaten → führen, leiten, betreiben

Niederländisch

Detailübersetzungen für uitbaten (Niederländisch) ins Deutsch

uitbaten: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

uit: von hier; aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat; ab jetzt
baten: Guthaben; Kredit; Besitz; Habe; Eigentum; Ersparnis; Besitztum; Vorteile; Segen
uiten: mitteilen; ausdrücken; in Worte fassen; sich aus drücken; äußern

Spelling Suggestions for: uitbaten

uitzaten; baten; uitlaten; uithalen; uitwasten; uithakten; uitladen; uitzakten; uitzagen; uitgaven

Wiktionary Übersetzungen für uitbaten:

uitbaten

verb

de economische mogelijkheden van iets winstgevend benutten
- uitbaten → führen; leiten; betreiben

Computerübersetzung von Drittern: