Niederländisch
Detailübersetzungen für overbieden (Niederländisch) ins Deutsch
overbieden:
-
overbieden
Konjugationen für overbieden:
o.t.t.
- overbied
- overbiedt
- overbiedt
- overbieden
- overbieden
- overbieden
o.v.t.
- overbood
- overbood
- overbood
- overboden
- overboden
- overboden
v.t.t.
- heb overboden
- hebt overboden
- heeft overboden
- hebben overboden
- hebben overboden
- hebben overboden
v.v.t.
- had overboden
- had overboden
- had overboden
- hadden overboden
- hadden overboden
- hadden overboden
o.t.t.t.
- zal overbieden
- zult overbieden
- zal overbieden
- zullen overbieden
- zullen overbieden
- zullen overbieden
o.v.t.t.
- zou overbieden
- zou overbieden
- zou overbieden
- zouden overbieden
- zouden overbieden
- zouden overbieden
en verder
- ben overboden
- bent overboden
- is overboden
- zijn overboden
- zijn overboden
- zijn overboden
diversen
- overbied!
- overbiedt!
- overboden
- overbiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overbieden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
überbieten | overbieden | opbieden |
übersteigern | overbieden |
Wiktionary Übersetzungen für overbieden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overbieden | → überbieten | ↔ outbid — To bid more than somebody else |
Computerübersetzung von Drittern: