Niederländisch
Detailübersetzungen für fungeren (Niederländisch) ins Deutsch
fungeren:
-
fungeren (optreden als)
Konjugationen für fungeren:
o.t.t.
- fungeer
- fungeert
- fungeert
- fungeren
- fungeren
- fungeren
o.v.t.
- fungeerde
- fungeerde
- fungeerde
- fungeerden
- fungeerden
- fungeerden
v.t.t.
- heb gefungeerd
- hebt gefungeerd
- heeft gefungeerd
- hebben gefungeerd
- hebben gefungeerd
- hebben gefungeerd
v.v.t.
- had gefungeerd
- had gefungeerd
- had gefungeerd
- hadden gefungeerd
- hadden gefungeerd
- hadden gefungeerd
o.t.t.t.
- zal fungeren
- zult fungeren
- zal fungeren
- zullen fungeren
- zullen fungeren
- zullen fungeren
o.v.t.t.
- zou fungeren
- zou fungeren
- zou fungeren
- zouden fungeren
- zouden fungeren
- zouden fungeren
diversen
- fungeer!
- fungeert!
- gefungeerd
- fungerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für fungeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
agieren | fungeren; optreden als | ageren; handelen |
auftreten | fungeren; optreden als | acteren; een rol vertolken; figureren; opentrappen; optreden; optreden tegen; performen; spelen; toneelspelen |
fungieren | fungeren; optreden als |