Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- aftekenen:
-
Wiktionary:
- aftekenen → zeichnen, abzeichnen, malen, abmalen, entwerfen, skizzieren, darstellen
Niederländisch
Detailübersetzungen für aftekenen (Niederländisch) ins Deutsch
aftekenen:
-
aftekenen (contrasteren)
Konjugationen für aftekenen:
o.t.t.
- teken af
- tekent af
- tekent af
- tekenen af
- tekenen af
- tekenen af
o.v.t.
- tekende af
- tekende af
- tekende af
- tekenden af
- tekenden af
- tekenden af
v.t.t.
- heb afgetekend
- hebt afgetekend
- heeft afgetekend
- hebben afgetekend
- hebben afgetekend
- hebben afgetekend
v.v.t.
- had afgetekend
- had afgetekend
- had afgetekend
- hadden afgetekend
- hadden afgetekend
- hadden afgetekend
o.t.t.t.
- zal aftekenen
- zult aftekenen
- zal aftekenen
- zullen aftekenen
- zullen aftekenen
- zullen aftekenen
o.v.t.t.
- zou aftekenen
- zou aftekenen
- zou aftekenen
- zouden aftekenen
- zouden aftekenen
- zouden aftekenen
en verder
- ben afgetekend
- bent afgetekend
- is afgetekend
- zijn afgetekend
- zijn afgetekend
- zijn afgetekend
diversen
- teken af!
- tekent af!
- afgetekend
- aftekenende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aftekenen
Übersetzung Matrix für aftekenen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Abzeichnen | aftekenen | aftekening; initialen; parafering; tekening |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
abstechen | aftekenen; contrasteren | een ereteken geven; onderscheiden; van elkaar onderscheiden |
einen Gegensatz bilden | aftekenen; contrasteren |
Wiktionary Übersetzungen für aftekenen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aftekenen | → zeichnen; abzeichnen; malen; abmalen; entwerfen; skizzieren; darstellen | ↔ dessiner — Reeprésenter par un dessin |