Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- stilstaan:
- stil staan:
-
Wiktionary:
- stilstaan → anhalten, stehen bleiben, stoppen
Niederländisch
Detailübersetzungen für stilstaan (Niederländisch) ins Deutsch
stilstaan:
-
stilstaan (tot stilstand komen)
stillstehen; stehenbleiben; zum Stillstand kommen-
stehenbleiben Verb (bleibe stehen, bleibst stehen, bleibt stehen, blieb stehen, bliebt stehen, stehengeblieben)
-
stilstaan (blijven staan; stoppen; inhouden; stilhouden)
stehenbleiben-
stehenbleiben Verb (bleibe stehen, bleibst stehen, bleibt stehen, blieb stehen, bliebt stehen, stehengeblieben)
-
Konjugationen für stilstaan:
o.t.t.
- sta stil
- staat stil
- staat stil
- staan stil
- staan stil
- staan stil
o.v.t.
- stond stil
- stond stil
- stond stil
- stonden stil
- stonden stil
- stonden stil
v.t.t.
- heb stil gestaan
- hebt stil gestaan
- heeft stil gestaan
- hebben stil gestaan
- hebben stil gestaan
- hebben stil gestaan
v.v.t.
- had stil gestaan
- had stil gestaan
- had stil gestaan
- hadden stil gestaan
- hadden stil gestaan
- hadden stil gestaan
o.t.t.t.
- zal stilstaan
- zult stilstaan
- zal stilstaan
- zullen stilstaan
- zullen stilstaan
- zullen stilstaan
o.v.t.t.
- zou stilstaan
- zou stilstaan
- zou stilstaan
- zouden stilstaan
- zouden stilstaan
- zouden stilstaan
en verder
- ben stil gestaan
- bent stil gestaan
- is stil gestaan
- zijn stil gestaan
- zijn stil gestaan
- zijn stil gestaan
diversen
- sta stil!
- stat stil!
- stil gestaan
- stil staand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für stilstaan:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
stehenbleiben | blijven staan; inhouden; stilhouden; stilstaan; stoppen; tot stilstand komen | blijven; niet veranderen; stil staan; toeven; vertoeven; verwijlen |
stillstehen | stilstaan; tot stilstand komen | stil staan; verstarren; verstenen; verstijven |
zum Stillstand kommen | stilstaan; tot stilstand komen |
stil staan:
-
stil staan
stehenbleiben; stagnieren; stillstehen-
stehenbleiben Verb (bleibe stehen, bleibst stehen, bleibt stehen, blieb stehen, bliebt stehen, stehengeblieben)
-
Konjugationen für stil staan:
o.t.t.
- sta stil
- staat stil
- staat stil
- staan stil
- staan stil
- staan stil
o.v.t.
- stond stil
- stond stil
- stond stil
- stonden stil
- stonden stil
- stonden stil
v.t.t.
- heb stil gestaan
- hebt stil gestaan
- heeft stil gestaan
- hebben stil gestaan
- hebben stil gestaan
- hebben stil gestaan
v.v.t.
- had stil gestaan
- had stil gestaan
- had stil gestaan
- hadden stil gestaan
- hadden stil gestaan
- hadden stil gestaan
o.t.t.t.
- zal stil staan
- zult stil staan
- zal stil staan
- zullen stil staan
- zullen stil staan
- zullen stil staan
o.v.t.t.
- zou stil staan
- zou stil staan
- zou stil staan
- zouden stil staan
- zouden stil staan
- zouden stil staan
en verder
- ben stil gestaan
- bent stil gestaan
- is stil gestaan
- zijn stil gestaan
- zijn stil gestaan
- zijn stil gestaan
diversen
- sta stil!
- stat stil!
- stil gestaan
- stil staand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für stil staan:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
stagnieren | stil staan | blijven steken; halt houden; haperen; op hetzelfde niveau blijven; stagneren; stokken; stoppen; vastlopen |
stehenbleiben | stil staan | blijven; blijven staan; inhouden; niet veranderen; stilhouden; stilstaan; stoppen; toeven; tot stilstand komen; vertoeven; verwijlen |
stillstehen | stil staan | stilstaan; tot stilstand komen; verstarren; verstenen; verstijven |