Niederländisch
Detailübersetzungen für dompelen (Niederländisch) ins Deutsch
dompelen:
-
dompelen (onderdompelen; onderduwen)
tauchen; untertauchen; eintunken; eintauchen-
untertauchen Verb (tauche unter, tauchst unter, taucht unter, tauchte unter, tauchtet unter, untergetaucht)
Konjugationen für dompelen:
o.t.t.
- dompel
- dompelt
- dompelt
- dompelen
- dompelen
- dompelen
o.v.t.
- dompelde
- dompelde
- dompelde
- dompelden
- dompelden
- dompelden
v.t.t.
- heb gedompeld
- hebt gedompeld
- heeft gedompeld
- hebben gedompeld
- hebben gedompeld
- hebben gedompeld
v.v.t.
- had gedompeld
- had gedompeld
- had gedompeld
- hadden gedompeld
- hadden gedompeld
- hadden gedompeld
o.t.t.t.
- zal dompelen
- zult dompelen
- zal dompelen
- zullen dompelen
- zullen dompelen
- zullen dompelen
o.v.t.t.
- zou dompelen
- zou dompelen
- zou dompelen
- zouden dompelen
- zouden dompelen
- zouden dompelen
en verder
- is gedompeld
- zijn gedompeld
diversen
- dompel!
- dompelt!
- gedompeld
- dompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für dompelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
eintauchen | dompelen; onderdompelen; onderduwen | dippen; dompelen in; duiken; in het water duiken; indompelen; induiken; ineenduiken; onderdompelen; onderduiken; vooroverduiken; zich schuilhouden |
eintunken | dompelen; onderdompelen; onderduwen | dippen |
tauchen | dompelen; onderdompelen; onderduwen | duiken; ineenduiken; opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen; vooroverduiken |
untertauchen | dompelen; onderdompelen; onderduwen | dompelen in; indompelen; onderdompelen; onderduiken; zich schuilhouden |