Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. fanatiek:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für fanatiek (Niederländisch) ins Deutsch

fanatiek:

fanatiek Adjektiv

  1. fanatiek (bezeten)
    fanatisch; besessen; eifrig

Übersetzung Matrix für fanatiek:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
besessen bezeten; fanatiek bezetene; fanatieke; gemotiveerd; motivatie bezittend
eifrig bezeten; fanatiek actief; ambitieus; bedreven; bedrijvig; bezet; bezig; daadkrachtig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; eerzuchtig; energiek; geanimeerd; geil; gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; noest; onvermoeibaar; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; streverig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
fanatisch bezeten; fanatiek bezetene; dweepziek; dweperig; fanatieke

Verwandte Wörter für "fanatiek":

  • fanatieker, fanatiekere, fanatiekst, fanatiekste, fanatieke

Synonyms for "fanatiek":


Antonyme für "fanatiek":


Verwandte Definitionen für "fanatiek":

  1. overdreven enthousiast, aan niets anders meer kunnen denken1
    • ze speelt dat spel fanatiek1

Wiktionary Übersetzungen für fanatiek:


Cross Translation:
FromToVia
fanatiek fanatisch; leidenschaftlich fanatique — Qui emporter par une passion excessive pour la politique ou la religion.