Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- reguleren:
-
Wiktionary:
- reguleren → stimmen, einstellen, berichtigen, führen, leiten, lenken
Niederländisch
Detailübersetzungen für reguleren (Niederländisch) ins Deutsch
reguleren:
-
reguleren
Konjugationen für reguleren:
o.t.t.
- reguleer
- reguleert
- reguleert
- reguleren
- reguleren
- reguleren
o.v.t.
- reguleerde
- reguleerde
- reguleerde
- reguleerden
- reguleerden
- reguleerden
v.t.t.
- heb gereguleerd
- hebt gereguleerd
- heeft gereguleerd
- hebben gereguleerd
- hebben gereguleerd
- hebben gereguleerd
v.v.t.
- had gereguleerd
- had gereguleerd
- had gereguleerd
- hadden gereguleerd
- hadden gereguleerd
- hadden gereguleerd
o.t.t.t.
- zal reguleren
- zult reguleren
- zal reguleren
- zullen reguleren
- zullen reguleren
- zullen reguleren
o.v.t.t.
- zou reguleren
- zou reguleren
- zou reguleren
- zouden reguleren
- zouden reguleren
- zouden reguleren
diversen
- reguleer!
- reguleert!
- gereguleerd
- regulerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für reguleren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
regulieren | reguleren | afspreken; arrangeren; bedisselen; gelijk trekken; normaliseren; regelen; reglementeren; regulariseren; standaardiseren |