Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. ophemelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ophemelen (Niederländisch) ins Deutsch

ophemelen:

ophemelen Verb (hemel op, hemelt op, hemelde op, hemelden op, opgehemeld)

  1. ophemelen (hemelhoog prijzen; de hemel in prijzen)
    indenHimmelheben; loben; preisen; achten; segnen; rühmen; herausstreichen; lobpreisen; ehren; hochachten
    • loben Verb (lobe, lobst, lobt, lobte, lobtet, gelobt)
    • preisen Verb (preise, preisest, preist, preiste, preistet, gepriesen)
    • achten Verb (achte, achtest, achtet, achtete, achtetet, geachtet)
    • segnen Verb (segne, segnest, segent, segnete, segnetet, gesegnet)
    • rühmen Verb (rühme, rühmst, rühmt, rühmte, rühmtet, gerühmt)
    • herausstreichen Verb (streiche heraus, streichst heraus, streicht heraus, strich heraus, stricht heraus, herausgestrichen)
    • lobpreisen Verb (lobpreise, lobpreisest, lobpreist, lobpries, lobpriest, lobgepriesen)
    • ehren Verb (ehre, ehrst, ehrt, ehrte, ehrtet, geehrt)
    • hochachten Verb (achte hoch, achtest hoch, achtet hoch, achtete hoch, achtetet hoch, hochgeachtet)

Konjugationen für ophemelen:

o.t.t.
  1. hemel op
  2. hemelt op
  3. hemelt op
  4. hemelen op
  5. hemelen op
  6. hemelen op
o.v.t.
  1. hemelde op
  2. hemelde op
  3. hemelde op
  4. hemelden op
  5. hemelden op
  6. hemelden op
v.t.t.
  1. heb opgehemeld
  2. hebt opgehemeld
  3. heeft opgehemeld
  4. hebben opgehemeld
  5. hebben opgehemeld
  6. hebben opgehemeld
v.v.t.
  1. had opgehemeld
  2. had opgehemeld
  3. had opgehemeld
  4. hadden opgehemeld
  5. hadden opgehemeld
  6. hadden opgehemeld
o.t.t.t.
  1. zal ophemelen
  2. zult ophemelen
  3. zal ophemelen
  4. zullen ophemelen
  5. zullen ophemelen
  6. zullen ophemelen
o.v.t.t.
  1. zou ophemelen
  2. zou ophemelen
  3. zou ophemelen
  4. zouden ophemelen
  5. zouden ophemelen
  6. zouden ophemelen
en verder
  1. is opgehemeld
  2. zijn opgehemeld
diversen
  1. hemel op!
  2. hemelt op!
  3. opgehemeld
  4. ophemelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ophemelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
achten de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen achten; appreciëren; berekenen; eer aandoen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; hoogachten; hoogschatten; hulde bewijzen; huldigen; in acht nemen; in ere houden; ontzien; op prijs stellen; ramen; respecteren; schatten; sparen; verschonen; waarderen
ehren de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen achten; appreciëren; eer aandoen; eer bewijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; hoogachten; hoogschatten; houden aan; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; lofprijzen; op prijs stellen; respecteren; waarderen
herausstreichen de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen eerbied bewijzen; eren
hochachten de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen achten; appreciëren; eer aandoen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; hoogachten; hoogschatten; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden; op prijs stellen; respecteren; waarderen
indenHimmelheben de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen eerbied bewijzen; eren
loben de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen eerbied bewijzen; eren; lofprijzen; loven; prijzen; roemen; van een prijs voorzien; vereren; zich lovend uitlaten
lobpreisen de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen eerbied bewijzen; eren; lofprijzen; loven; prijzen; roemen; van een prijs voorzien; vereren; zich lovend uitlaten
preisen de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen eerbied bewijzen; eren; lofprijzen; loven; prijzen; roemen; van een prijs voorzien; vereren; zich lovend uitlaten
rühmen de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen bogen; eerbied bewijzen; eren; lofprijzen; prijzen; van een prijs voorzien; zich kunnen beroemen op
segnen de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen eerbied bewijzen; eren

Wiktionary Übersetzungen für ophemelen:


Cross Translation:
FromToVia
ophemelen preisen extol — to praise; to make high