Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: kil

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: kil

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

kil:
- kalt; naßkalt; feuchtkalt; kühl; frostig; ziemlich kalt; feucht; unangenehm; klamm
Wiktionary:
- kil → kaltblütig, kalt, cool, kühl

Niederländisch

Detailübersetzungen für kil (Niederländisch) ins Deutsch

kil:

kil Adjektiv

kil (guur)
kalt; naßkalt; feuchtkalt; kühl
- kalt Adjektiv
- naßkalt Adjektiv
- feuchtkalt Adjektiv
- kühl Adjektiv
kil (koeltjes)
frostig; ziemlich kalt
- frostig Adjektiv
- ziemlich kalt Adjektiv
kil (koud en vochtig)
kalt; feucht; kühl; unangenehm; klamm; frostig; naßkalt; feuchtkalt
- kalt Adjektiv
- feucht Adjektiv
- kühl Adjektiv
- unangenehm Adjektiv
- klamm Adjektiv
- frostig Adjektiv
- naßkalt Adjektiv
- feuchtkalt Adjektiv

Übersetzung Matrix für kil:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
feucht	kil; koud en vochtig	humide; klam; naar zweet ruikend; nat; nattig; obsceen; schuin; vies; vochtig; vunzig; zedeloos; zweterig
feuchtkalt	guur; kil; koud en vochtig	humide; nat; vochtig
frostig	kil; koeltjes; koud en vochtig	bitterkoud; doodgemoedereerd; doodkalm; fris; ijskoud; ijzig; koel; koud; laag van temperatuur; luchtig; onder nul; steenkoud; stervenskoud; vriezend
kalt	guur; kil; koud en vochtig	afstandelijk; bitterkoud; doodgemoedereerd; doodkalm; fris; ijskoud; ijzig; koel; koud; objectief; onpartijdig; steenkoud
klamm	kil; koud en vochtig	humide; nat; vochtig
kühl	guur; kil; koud en vochtig	doodgemoedereerd; doodkalm; fris; frisjes; gemoedereerd; koel; luchtig; mat; niet uitbundig
naßkalt	guur; kil; koud en vochtig
unangenehm	kil; koud en vochtig	afgezaagd; brutaal; delicaat; ellendig; ergerlijk; gegeneerd; hachelijk; hinderlijk; hondsbrutaal; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; irritant; kritiek; langdraadig; langwijlig; lastig; lelijk; lelijk uitziend; melig; naar; netelig; niet schikkend; onaangenaam; onbehaaglijk; ongelegen; ongemakkelijk; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; onwennig; opgelaten; penibel; precair; rot; saai; storend; stuitend; vervelend; vrijpostig
ziemlich kalt	kil; koeltjes

Verwandte Wörter für "kil":

kilheid, killen

Wiktionary Übersetzungen für kil:

Cross Translation:

From	To	Via
• kil	→ kaltblütig	↔ cold-blooded — lacking emotion or compunction
• kil	→ kalt; cool	↔ cool — not showing emotion, calm
• kil	→ kühl	↔ cool — unenthusiastic, lukewarm, skeptical
• kil	→ kalt	↔ froid — météo\|fr Qui nous donner la sensation d’une température notablement inférieure à la nôtre.