Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: sluik

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: sluik

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

sluik:
- gerade; schlicht; glatthaarig
Wiktionary:
- sluik → glatt, geläufig

Niederländisch

Detailübersetzungen für sluik (Niederländisch) ins Deutsch

sluik:

sluik Adjektiv

sluik (glad neerliggend)
gerade; schlicht; glatthaarig
- gerade Adjektiv
- schlicht Adjektiv
- glatthaarig Adjektiv

Übersetzung Matrix für sluik:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
gerade	glad neerliggend; sluik	accuraat; daarnet; eerlijk; frank; juist; lineair; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; nog maar pas; onvermurwbaar; op het moment; open; oprecht; overeind; pas; precies; rechtaan; rechtop; rechtschapen; rechttoe; secuur; staand; streng; strikt; stringent; zojuist; zonet; zopas; zoëven
glatthaarig	glad neerliggend; sluik	gladharig; sluik-harig
schlicht	glad neerliggend; sluik	bescheiden; discreet; discrete; dunnetjes; eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; ingetogen; kies; licht; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongekunsteld; schraal; schraaltjes; simpel; sober; sobertjes; stemmig; vanzelf; zonder moeite; zonder pretenties

Verwandte Wörter für "sluik":

sluike

Wiktionary Übersetzungen für sluik:

Cross Translation:

From	To	Via
• sluik	→ glatt; geläufig	↔ lisse — Sans aspérité ni rayure.

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für sluik

sluik-harig