Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. doorschijnend:
  2. doorschijnen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorschijnend (Niederländisch) ins Deutsch

doorschijnend:

doorschijnend Adjektiv

  1. doorschijnend (doorzichtig; transparant)

Übersetzung Matrix für doorschijnend:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
transparent doorschijnend; doorzichtig; transparant transparant
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
durchscheinend doorschijnend; doorzichtig; transparant
durchsichtig doorschijnend; doorzichtig; transparant glasachtig; glazig
glasartig doorschijnend; doorzichtig; transparant glasachtig; glazig
glashell doorschijnend; doorzichtig; transparant duidelijk; flagrant; glasachtig; glashelder; glazig; kristalhelder; op heterdaad; overduidelijk; zo klaar als een klontje; zonneklaar
glasig doorschijnend; doorzichtig; transparant glasachtig; glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos
gläsern doorschijnend; doorzichtig; transparant breekbaar; broos; duidelijk; dun; flagrant; fragiel; gammel; glasachtig; glazen; glazig; ijl; krakkemikkig; kwetsbaar; overduidelijk; teer; van geringe dichtheid; verhelderend; wankel; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zwak

Wiktionary Übersetzungen für doorschijnend:


Cross Translation:
FromToVia
doorschijnend durchsichtig; klar clear — transparent in colour
doorschijnend durchscheinend; diaphan; durchsichtig diaphanous — Transparent; allowing light to pass through; capable of being seen through
doorschijnend lichtdurchlässig translucent — allowing light to pass through, but diffusing it
doorschijnend durchscheinend; durchsichtig; transparent translucide — physique|fr Qualifie un corps qui laisser passer une lumière diffuse, sans permettre de distinguer les objets à travers.

doorschijnen:

doorschijnen Verb (schijn door, schijnt door, scheen door, schenen door, doorgeschenen)

  1. doorschijnen
    durchscheinen; durchschimmern
    • durchschimmern Verb (durchschimmere, durchschimmerst, durchschimmert, durchschimmerte, durchschimmertet, durchschimmert)

Konjugationen für doorschijnen:

o.t.t.
  1. schijn door
  2. schijnt door
  3. schijnt door
  4. schijnen door
  5. schijnen door
  6. schijnen door
o.v.t.
  1. scheen door
  2. scheen door
  3. scheen door
  4. schenen door
  5. schenen door
  6. schenen door
v.t.t.
  1. heb doorgeschenen
  2. hebt doorgeschenen
  3. heeft doorgeschenen
  4. hebben doorgeschenen
  5. hebben doorgeschenen
  6. hebben doorgeschenen
v.v.t.
  1. had doorgeschenen
  2. had doorgeschenen
  3. had doorgeschenen
  4. hadden doorgeschenen
  5. hadden doorgeschenen
  6. hadden doorgeschenen
o.t.t.t.
  1. zal doorschijnen
  2. zult doorschijnen
  3. zal doorschijnen
  4. zullen doorschijnen
  5. zullen doorschijnen
  6. zullen doorschijnen
o.v.t.t.
  1. zou doorschijnen
  2. zou doorschijnen
  3. zou doorschijnen
  4. zouden doorschijnen
  5. zouden doorschijnen
  6. zouden doorschijnen
diversen
  1. schijn door!
  2. schijnt door!
  3. doorgeschenen
  4. doorschijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorschijnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
durchscheinen doorschijnen
durchschimmern doorschijnen doorschemeren

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für doorschijnend