Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für commandant (Niederländisch) ins Deutsch

commandant:

commandant [de ~ (m)] Nomen

  1. de commandant (bevelhebber; aanvoerder; kapitein)
    der Kapitän; der Geschützführer; der Kommandant; der Anführer; der Führer; die Anführerin; der Schiffskapitän; der Hauptmann; die Hauptmänner; der Gebieter; der Kommandeur
  2. de commandant (gezagvoerder)
    der Kapitän; der Schiffskapitän; der Flugkapitän
  3. de commandant (bevelhebber; overste)
    der Kommandant; der Kommandeur; der Gebieter

Übersetzung Matrix für commandant:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Anführer aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein aanstichter; aanstichters; aanvoerder; aanvoerders; aanzetter; belhamel; bestuurder; hoofd; hoofdleider; hoofdman; hoofdmannen; hopmannen; instigator; kapitein; kopmannen; kopstuk; kopstukken; leider; leider bij de verkenners; leiders; manager; meesterknecht; opperhoofd; oprichter; opstoker; raddraaier; raddraaister; scheepskapitein; schipper; stamhoofd; stichter; voormannen; voorwerker; voorzitter
Anführerin aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein belhamel; hopvrouw; raddraaier; raddraaister
Flugkapitän commandant; gezagvoerder piloot; vliegenier; vlieger
Führer aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein aanvoerder; baas; begeleider; beheerser; beknopte handleiding; bestuurder; bevelhebber; chauffeur; elektriciteitsgeleider; gebieder; geleider; gids; hoofd; hoofdman; kapitein; kopstuk; leider; leidraad; leidsman; loods; manager; meester; reisbegeleider; reisgids; reisleider; reisleidster; rijder; rondleider; scheepskapitein; schipper; voorzitter; wagenbestuurder
Gebieter aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein; overste aanvoerder; baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; heer; heerser; hoofd; hoofdman; koning; leider; machthebber; meerdere; meester; monarch; overheerser; overweldiger; patroon; soeverein; superieur; vorst
Geschützführer aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein
Hauptmann aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdman; hopman; kapitein; leider; scheepskapitein; schipper; voorman; werkbaas
Hauptmänner aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein
Kapitän aanvoerder; bevelhebber; commandant; gezagvoerder; kapitein kapitein; scheepskapitein; schipper
Kommandant aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein; overste brigadecommandant; commandant van een groep; groepscommandant; kapitein; scheepskapitein; schipper; vlootschipper
Kommandeur aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein; overste
Schiffskapitän aanvoerder; bevelhebber; commandant; gezagvoerder; kapitein kapitein; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; vlootschipper

Verwandte Wörter für "commandant":

  • commandanten

Wiktionary Übersetzungen für commandant:


Cross Translation:
FromToVia
commandant Befehlshaber; Kommandeur commander — One who exercises control and direction of a military or naval organization

Verwandte Übersetzungen für commandant