Niederländisch

Detailübersetzungen für maagdelijkheid (Niederländisch) ins Deutsch

maagdelijkheid:

maagdelijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de maagdelijkheid (virginiteit; ongereptheid)

Übersetzung Matrix für maagdelijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Jungfräulichkeit maagdelijkheid; ongereptheid; virginiteit

Verwandte Wörter für "maagdelijkheid":


Wiktionary Übersetzungen für maagdelijkheid:


Cross Translation:
FromToVia
maagdelijkheid Jungfrauheid maidenhood — condition of being maiden
maagdelijkheid Jungfräulichkeit; Virginität; Unschuld virginity — state of being a virgin
maagdelijkheid Jungfernschaft pucelage — (familier, fr) État d’une personne vierge, c'est-à-dire qui n'a jamais eu de rapports sexuels.
maagdelijkheid Virginität; Jungfräulichkeit virginité — État d’une personne qui est vierge.

maagdelijkheid form of maagdelijk:

maagdelijk Adjektiv

  1. maagdelijk (ongerept; virginaal; puur; )
  2. maagdelijk (puur; zuiver; onschuldig; )

Übersetzung Matrix für maagdelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fehlerfrei gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver brandschoon; correct; feilloos; foutloos; gaaf; heel; ideaal; intact; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; patent; perfect; rein; smetteloos; uitmuntend; uitstekend; vlekkeloos; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
ganz gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver algeheel; allemaal; alles; behoorlijk; compleet; fulltime; gaaf; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; nogal; redelijk; tamelijk; totaal; volkomen; volledig; volslagen; voluit
jungfraulich kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
jungfräulich gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
pur gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver cru; echt; eerlijk; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; netjes; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; open; openlijk; oprecht; pure; puur; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rein gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver cru; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygiënisch; klinkklaar; kuis; louter; natuurlijk; net; netjes; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbesmet; onbevlekt; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onverzwakt; openlijk; proper; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; rein; ronduit; schoon; vlekkeloos; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
unangetastet gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onverzwakt
unbefleckt gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver brandschoon; onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; rein; smetteloos; vlekkeloos
unberührt gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; puur; rein; virginaal; zuiver emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; koelbloedig; liefdeloos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongevoelig; onverschillig; onverzwakt; zielloos
unbeschädigt gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver gaaf; heel; heelhuids; intact; onbeschadigd; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden
unverfälscht gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver cru; echt; gewoonweg; heus; klinkklaar; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; openlijk; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; werkelijk; zuiver; zuivere
unversehrt gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver heelhuids; nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongeschonden; onverzwakt; pas gekocht

Verwandte Wörter für "maagdelijk":


Wiktionary Übersetzungen für maagdelijk:


Cross Translation:
FromToVia
maagdelijk jungfräulich virgin — of a person, in a state of virginity
maagdelijk jugendlich; jungferlich; virginal virginal — Qui est propre aux vierges, qui annonce la virginité.

Computerübersetzung von Drittern: