Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: inboorling

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: inboorling

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

inboorling:
- Einheimische; Einwohner; Ureinwohner; Eingeborene
Wiktionary:
- inboorling → Endemit, Eingeborene, Ureinwohner, Ureinwohnerin, Einheimischer, Einheimische, Eingeborener

Niederländisch

Detailübersetzungen für inboorling (Niederländisch) ins Deutsch

inboorling:

inboorling [de ~ (m)] Nomen

de inboorling (oorpronkelijke bewoner; autochtoon; inlander; ingeborene)
der Einheimische; der Einwohner; der Ureinwohner; der Eingeborene
- Einheimische [der ~] Nomen
- Einwohner [der ~] Nomen
- Ureinwohner [der ~] Nomen
- Eingeborene [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für inboorling:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Eingeborene	autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner	inboorlinge
Einheimische	autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner
Einwohner	autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner	bewoner; huisbewoner; ingezetene; inwoner; lokale bevolking
Ureinwohner	autochtoon; inboorling; ingeborene; inlander; oorpronkelijke bewoner	lokale bevolking

Wiktionary Übersetzungen für inboorling:

Cross Translation:

From	To	Via
• inboorling	→ Endemit	↔ endemic — individual or species that is endemic
• inboorling	→ Eingeborene; Ureinwohner; Ureinwohnerin; Einheimischer; Einheimische; Eingeborener	↔ Aboriginal — original inhabitant of any land

Computerübersetzung von Drittern: