Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
-
wandelschoen:
-
Wiktionary:
wandelschoen → Bergschuh, Wanderschuh
-
Wiktionary:
Niederländisch
Detailübersetzungen für wandelschoen (Niederländisch) ins Deutsch
wandelschoen: (*Wort und Satz getrennt)
Wiktionary Übersetzungen für wandelschoen:
wandelschoen
noun
-
een schoeisel dat speciaal geschikt is om grote wandelingen mee te maken
- wandelschoen → Bergschuh; Wanderschuh
Deutsch
Detailübersetzungen für wandelschoen (Deutsch) ins Niederländisch
wandelschoen: (*Wort und Satz getrennt)
- Wandel: verandering; wijziging; keer; omslag; ommekeer; kentering; omkeer; ommezwaai; ombuiging
- schön: mooi; knap; fraai; attractief; goed ogend; welgevallig; leuk; fijn; aangenaam; prettig; plezierig; plezant; behaaglijk; schoon; welgemaakt; aanlokkelijk; lief; sympathiek; aantrekkelijk; schattig; verrukkelijk; aanbiddelijk; begeerenswaardig; aardig; charmant; bevallig; vriendelijk; hartelijk; minnelijk; slank en smal; gemakkelijk; comfortabel; geriefelijk; verleidelijk; uitnodigend; allerliefst; bekoorlijk; uitlokkend; verlokkend; verzoekend; alleraardigst; decoratief; bewonderenswaardig; lieflijk; appetijtelijk; oogstrelend