Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: jaloers

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: jaloers

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

jaloers:
- eifersüchtig; neidisch; haßerfüllt
Wiktionary:
- jaloers → eifersüchtig
- jaloers → neidisch, eifersüchtig

Niederländisch

Detailübersetzungen für jaloers (Niederländisch) ins Deutsch

jaloers:

jaloers Adjektiv

jaloers (afgunstig; nijdig)
eifersüchtig; neidisch; haßerfüllt
- eifersüchtig Adjektiv
- neidisch Adjektiv
- haßerfüllt Adjektiv

Übersetzung Matrix für jaloers:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
eifersüchtig	afgunstig; jaloers; nijdig	boos; furieus; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend
haßerfüllt	afgunstig; jaloers; nijdig	gebelgd; gekwetst; haatdragend; misnoegd; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt; verontwaardigd; verstoord
neidisch	afgunstig; jaloers; nijdig	boos; furieus; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend

Verwandte Wörter für "jaloers":

jaloersheid, jaloerse

Synonyms for "jaloers":

afgunstig

Verwandte Definitionen für "jaloers":

je akelig voelen omdat iemand iets heeft wat je ook wilt hebben¹
- iedereen was jaloers op Eva die zulke mooie kleren had¹

Wiktionary Übersetzungen für jaloers:

jaloers

adjective

een negatief gevoel veroorzaakt doordat iemand iets heeft of kan krijgen wat je ook wilt hebben of reeds hebt
- jaloers → eifersüchtig

Cross Translation:

From	To	Via
• jaloers	→ neidisch	↔ envious — feeling or exhibiting envy
• jaloers	→ eifersüchtig	↔ jealous — suspecting rivalry in love; fearful of being replaced, in position or in affection

¹Muiswerk Woordenboek