Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: schotel

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: schotel

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

schotel:
- Gericht; Speise
Wiktionary:
- schotel → Schale, Schüssel, Untertasse

Niederländisch

Detailübersetzungen für schotel (Niederländisch) ins Deutsch

schotel:

schotel [de ~] Nomen

de schotel (gerecht)
Gericht; die Speise
- Gericht [das ~] Nomen
- Speise [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für schotel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Gericht	gerecht; schotel	balie; gerecht; gerechtshof; hof; juryrechtbank; justitie; rechtbank; rechterlijke macht; rechtscollege; rechtswezen; tribunaal
Speise	gerecht; schotel	diner; eetwaren; eten; maal; maaltijd; proviand; spijs; voeding; voedingsmiddelen; voedsel

Verwandte Wörter für "schotel":

schotelen, schotels, schoteltje, schoteltjes

Verwandte Definitionen für "schotel":

gerecht¹
- in deze schotel is veel peper gebruikt¹
platte schaal¹
- we kochten zes kop en schotels¹

Wiktionary Übersetzungen für schotel:

Cross Translation:

From	To	Via
• schotel	→ Schale; Schüssel	↔ plat — pièce de vaisselle, à fond plat destinée à contenir les mets qu’on servir sur la table.
• schotel	→ Untertasse	↔ soucoupe — (cuisine) Sorte de petite assiette qui se place ordinairement sous une tasse.

¹Muiswerk Woordenboek