Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. afbraak:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afbraak (Niederländisch) ins Deutsch

afbraak:

afbraak [de ~] Nomen

  1. de afbraak (sloop)
    die Verschrottung; der Abriß; der Abbruch; die Demontage; Abreißen

Übersetzung Matrix für afbraak:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Abbruch afbraak; sloop afbreuk; breken; nadeel; schade; verlies
Abreißen afbraak; sloop demontage; ontmanteling; uiteenname
Abriß afbraak; sloop demontage; grondplan; laag; niveau; ontmanteling; peil; plan; plattegrond; stadskaart; stand; uiteenname
Demontage afbraak; sloop demontage; ontmanteling; uiteenname
Verschrottung afbraak; sloop

Wiktionary Übersetzungen für afbraak:


Cross Translation:
FromToVia
afbraak Zerstörung; Abriss; Demolierung; Abbruch demolition — the action of demolishing or destroying, in particular of buildings or other structures

Computerübersetzung von Drittern: