Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Anfüllung
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
|
Anhang
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
|
Anlage
|
aanvulling; additie; bijlage; meezending; toelichting
|
Bijlage; activa; activum; belegging; bijlage; geldbelegging; investering; vaste activa
|
Appendix
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
appendix; blinde darm; wormvormig aanhangsel
|
Ausbreitung
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
|
Beifügung
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; toevoeging
|
Beilage
|
aanvulling; additie; bijlage; meezending; toelichting
|
bijgerecht; toespijs
|
Ergänzung
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; suppletie; toevoeging; toevoegsel
|
completering; invullen; invulling; vervulling; voltooiing
|
Erhöhung
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
expulsie; geestelijke vorming; het groter worden; loonsverbetering; loonsverhoging; ontplooiing; ontwikkeling; opslag; platform; podium; salarisverhoging; uitzetten; vergroting; verhogen van de waarde; verhoging; vooruitgang; vorming; wijd worden
|
Erweiterung
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; expansie; groei; supplement; suppletie; toename; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aanbouw; bestandsextensie; expulsie; extensie; gebied; het groter worden; uitbouw; uitzetten; verbreding; vergroting; verwijding; wijd worden
|
Expansion
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
expansie; groei; uitbreiding
|
Nachtrag
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; suppletie; toevoeging; toevoegsel
|
completering; voltooiing
|
Supplement
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
bijvoegsel; toevoeging
|
Vergrößerung
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aanbouw; expulsie; het groter worden; uitbouw; uitvergroting; uitzetten; vergroting; wijd worden
|
Zufügung
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; toevoeging
|
Zunahme
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aangroei; aanwas; aanwinst; bloei; expansie; expulsie; geestelijke vorming; groei; groter worden; hausse; hoogconjunctuur; ontplooiing; ontwikkeling; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering; vorming
|
Zusatz
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; toevoeging
|