Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. kuisheid:
  2. kuis:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kuisheid (Niederländisch) ins Deutsch

kuisheid:

kuisheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de kuisheid (onbevlektheid; reinheid; onschuldigheid; zedigheid; onbezoedeldheid)
    die Keuschheit; die Unbeflecktheit

Übersetzung Matrix für kuisheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Keuschheit kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid
Unbeflecktheit kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid

Verwandte Wörter für "kuisheid":


Wiktionary Übersetzungen für kuisheid:

kuisheid
noun
  1. bewusster Verzicht auf sexuelle Aktivität aus moralischen oder religiösen Gründen

Cross Translation:
FromToVia
kuisheid Keuschheit chastity — abstaining from sexual intercourse outside of marriage
kuisheid Keuschheit virtue — chastity and faithfulness

kuisheid form of kuis:

kuis Adjektiv

  1. kuis (hygienisch; schoon; zuiver; rein)
    sauber; fleckenlos
  2. kuis (rein; schoon; net)
    rein; anständig; züchtig; keusch; sittsam
  3. kuis (maagdelijk; puur; zuiver; )
  4. kuis (zedig; eerbaar)
    züchtig; dezent; sittsam; ehrbar; geziemend
  5. kuis (gekuist)
    keusch; züchtig; sittsam

kuis [de ~ (m)] Nomen

  1. de kuis (reiniging; schoonmaak; reinigen; )
    die Reinigung; die Säuberung

Übersetzung Matrix für kuis:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Reinigung kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering stomerij; wasserij
Säuberung kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anständig kuis; net; rein; schoon behoorlijk; beschaafd; billijk; danig; deugdzaam; duchtig; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geschikt; netjes; nogal; ontwikkeld; ordentelijk; redelijk; schappelijk; tamelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zedig
dezent eerbaar; kuis; zedig decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk
ehrbar eerbaar; kuis; zedig achtbaar; achtenswaardig; deugdzaam; eerbiedwaardig; eerzaam; zedig
fleckenlos hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver brandschoon; correct; keurig; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; rein; smetteloos; vlekkeloos
geziemend eerbaar; kuis; zedig correct; gepast; gepaste; juiste; keurig; netjes
jungfraulich kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
keusch gekuist; kuis; net; rein; schoon onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos
rein kuis; net; rein; schoon cru; gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygiënisch; klinkklaar; louter; maagdelijk; natuurlijk; netjes; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbesmet; onbevlekt; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onverzwakt; openlijk; proper; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
sauber hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver brandschoon; decent; eerbaar; fatsoenlijk; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygiënisch; klinkklaar; manierlijk; netjes; onbevlekt; onschuldig; onvermengd; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rechttoe; rein; schoon; smetteloos; vlekkeloos; welvoeglijk; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
sittsam eerbaar; gekuist; kuis; net; rein; schoon; zedig braaf; braafjes; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; ethisch; fatsoenlijk; goed opgevoed; ingetogen; lief; manierlijk; moralistisch; moreel; netjes; stemmig; vervuld van moralisme; voorbeeldig; welvoeglijk; zedelijk; zedig; zoet
unberührt kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver emotieloos; gaaf; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; koelbloedig; liefdeloos; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongerept; ongevoelig; onverschillig; onverzwakt; puur; virginaal; zielloos; zuiver
züchtig eerbaar; gekuist; kuis; net; rein; schoon; zedig decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk

Verwandte Wörter für "kuis":


Wiktionary Übersetzungen für kuis:


Cross Translation:
FromToVia
kuis keusch chaste — abstaining from sexual intercourse