Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für hopeloos (Niederländisch) ins Deutsch

hopeloos:

hopeloos Adjektiv

  1. hopeloos (uitzichtloos; kansloos)
  2. hopeloos (zonder hoop)

Übersetzung Matrix für hopeloos:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aussichtslos hopeloos; kansloos; uitzichtloos; zonder hoop onmogelijk; uitzichtsloos
desperat hopeloos; zonder hoop
hoffnungslos hopeloos; kansloos; uitzichtloos; zonder hoop onmogelijk
ohne hoffnung hopeloos; zonder hoop
ratlos hopeloos; zonder hoop desperaat; radeloos; ten einde raad; vertwijfeld; wanhopig
verzweifelt hopeloos; zonder hoop desperaat; radeloos; ten einde raad; vertwijfeld; wanhopig

Verwandte Wörter für "hopeloos":

  • hopeloosheid

Wiktionary Übersetzungen für hopeloos:


Cross Translation:
FromToVia
hopeloos verzweifelt desperate — filled with despair
hopeloos mutlos; entmutigt; deprimiert; niedergeschlagen; traurig despondent — in low spirits from loss of hope or courage
hopeloos verlassen forlorn — miserable
hopeloos hoffnungslos hopeless — destitute of hope; having no expectation of good; despairing