Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: schreeuwer

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: schreeuwer

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

schreeuwer:
- Schreihals; Großmaul; Schreier; Großmäuler; Heulpeter
Wiktionary:
- schreeuwer → Kläffer, Beller, Ausrufer

Niederländisch

Detailübersetzungen für schreeuwer (Niederländisch) ins Deutsch

schreeuwer:

schreeuwer [de ~ (m)] Nomen

de schreeuwer (schreeuwlelijk; brulboei)
der Schreihals; der Großmaul; der Schreier; die Großmäuler; der Heulpeter
- Schreihals [der ~] Nomen
- Großmaul [der ~] Nomen
- Schreier [der ~] Nomen
- Großmäuler [die ~] Nomen
- Heulpeter [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für schreeuwer:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Großmaul	brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk	bluffer; dikdoener; druktemaker; een vreemde snuiter; grootspreker; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoeshaan; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder
Großmäuler	brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
Heulpeter	brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk	huilebalk; huiler; jankebalk; janker; snottebalk
Schreier	brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
Schreihals	brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk

Verwandte Wörter für "schreeuwer":

schreeuwers, schreeuwertje, schreeuwertjes

Wiktionary Übersetzungen für schreeuwer:

Cross Translation:

From	To	Via
• schreeuwer	→ Kläffer; Beller; Ausrufer	↔ aboyeur — chasse\|fr chien qui aboyer à la vue du sanglier, sans en approcher.