Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- mok:
- mokken:
-
Wiktionary:
- mok → Mauke
- mok → Kelch, Becher, Tasse
- mokken → schmollen
- mokken → ignorieren, nicht berücksichtigen, unbeachtet lassen
Niederländisch
Detailübersetzungen für mok (Niederländisch) ins Deutsch
mok:
-
de mok (beker; drinkbeker; pul)
Übersetzung Matrix für mok:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Becher | beker; drinkbeker; mok; pul | aktetas; beker; bokaal; cup; kopje; kroes; tas |
Trinkbecher | beker; drinkbeker; mok; pul | aktetas; tas |
Verwandte Wörter für "mok":
mok form of mokken:
-
mokken (kniezen)
Konjugationen für mokken:
o.t.t.
- mok
- mokt
- mokt
- mokken
- mokken
- mokken
o.v.t.
- mokte
- mokte
- mokte
- mokten
- mokten
- mokten
v.t.t.
- heb gemokt
- hebt gemokt
- heeft gemokt
- hebben gemokt
- hebben gemokt
- hebben gemokt
v.v.t.
- had gemokt
- had gemokt
- had gemokt
- hadden gemokt
- hadden gemokt
- hadden gemokt
o.t.t.t.
- zal mokken
- zult mokken
- zal mokken
- zullen mokken
- zullen mokken
- zullen mokken
o.v.t.t.
- zou mokken
- zou mokken
- zou mokken
- zouden mokken
- zouden mokken
- zouden mokken
diversen
- mok!
- mokt!
- gemokt
- mokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für mokken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
maulen | kniezen; mokken | bouderen; een pruillip trekken; kwaad zijn; pruilen; schuimbekken; woedend zijn |
schmollen | kniezen; mokken | bouderen; een pruillip trekken; kwaad zijn; pruilen; schuimbekken; woedend zijn |
trotzen | kniezen; mokken | bouderen; een pruillip trekken; hoofd bieden; koppig zijn; pruilen; trotseren |
Verwandte Wörter für "mokken":
Wiktionary Übersetzungen für mokken:
mokken
Cross Translation:
verb
-
een wrok koesteren
- mokken → schmollen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mokken | → ignorieren; nicht berücksichtigen; unbeachtet lassen | ↔ bouder — témoigner par une certaine expression du visage ou par son silence que l’on est mécontent de quelque chose. |