Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- doorbuigen:
-
Wiktionary:
- doorbuigen → durchbiegen
- doorbuigen → biegen, beugen, flektieren
Niederländisch
Detailübersetzungen für doorbuigen (Niederländisch) ins Deutsch
doorbuigen:
-
doorbuigen (doorzakken)
durchbiegen; durchzechen; einstürzen; einbrechen-
durchbiegen Verb (biege durch, biegst durch, biegt durch, biegte durch, biegtet durch, durchgebiegt)
-
Konjugationen für doorbuigen:
o.t.t.
- buig door
- buigt door
- buigt door
- buigen door
- buigen door
- buigen door
o.v.t.
- boog door
- boog door
- boog door
- bogen door
- bogen door
- bogen door
v.t.t.
- heb doorgebogen
- hebt doorgebogen
- heeft doorgebogen
- hebben doorgebogen
- hebben doorgebogen
- hebben doorgebogen
v.v.t.
- had doorgebogen
- had doorgebogen
- had doorgebogen
- hadden doorgebogen
- hadden doorgebogen
- hadden doorgebogen
o.t.t.t.
- zal doorbuigen
- zult doorbuigen
- zal doorbuigen
- zullen doorbuigen
- zullen doorbuigen
- zullen doorbuigen
o.v.t.t.
- zou doorbuigen
- zou doorbuigen
- zou doorbuigen
- zouden doorbuigen
- zouden doorbuigen
- zouden doorbuigen
en verder
- is doorgebogen
- zijn doorgebogen
diversen
- buig door!
- buigt door!
- doorgebogen
- doorbuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für doorbuigen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
durchbiegen | doorbuigen; doorzakken | |
durchzechen | doorbuigen; doorzakken | doorfuiven |
einbrechen | doorbuigen; doorzakken | afglijden; aftakelen; afzakken; beroven; binnen breken; binnenbreken; binnenvallen; doordringen; een inbraak doen; inbreken; inzinken; onverwachts langskomen; penetreren; vervallen; wegglijden; wegzinken |
einstürzen | doorbuigen; doorzakken | afglijden; aftakelen; afzakken; imploderen; in elkaar zakken; ineenstorten; instorten; invallen; inzakken; inzinken; kelderen; onder water gaan; ondergaan; sterk afnemen; teruglopen; vallen; vervallen; verzakken; wegglijden; wegzinken; zakken; zinken |
Wiktionary Übersetzungen für doorbuigen:
doorbuigen
Cross Translation:
verb
-
tot een boog vervormen door een opgelegd gewicht
- doorbuigen → durchbiegen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doorbuigen | → biegen; beugen; flektieren | ↔ courber — rendre courbe. |
• doorbuigen | → biegen; beugen; flektieren | ↔ fléchir — Faire ployer, courber. |
• doorbuigen | → biegen; beugen; flektieren | ↔ ployer — fléchir, courber. |