Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: potig

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: potig

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

potig:
- kräftig gebaut; korpulent; dick; groß; stark; kräftig; stattlich; forsch; derb; robust; stämmig
Wiktionary:
- potig → fest, befestigt, haltbar, wiederstandsfähig

Niederländisch

Detailübersetzungen für potig (Niederländisch) ins Deutsch

potig:

potig Adjektiv

potig (zwaargebouwd; massief; zwaar; struis; robuust; fors)
kräftig gebaut; korpulent; dick
- kräftig gebaut Adjektiv
- korpulent Adjektiv
- dick Adjektiv
potig (stevig; fors; flink)
groß; stark; kräftig; stattlich; forsch; derb; robust; stämmig
- groß Adjektiv
- stark Adjektiv
- kräftig Adjektiv
- stattlich Adjektiv
- forsch Adjektiv
- derb Adjektiv
- robust Adjektiv
- stämmig Adjektiv

Übersetzung Matrix für potig:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dick	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd	banaal; corpulent; dik; gezet; grof; in details; laag-bij-de-grond; lijvig; lomp; moddervet; omvangrijk; plat; platvloers; schunnig; triviaal; uitgewerkt; vet; volumineus; vunzig; zwaar van lijf; zwaarlijvig
groß		groots; grootschalig; reuze
stattlich		groots; grootschalig; reuze
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
derb	flink; fors; potig; stevig	aanmatigend; banaal; bot; dorps; duidelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; grof; grofgebouwd; laag-bij-de-grond; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongepast; onkies; onopgevoed; onvertogen; overduidelijk; plat; platvloers; respectloos; robuust; ruw; schunnig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; triviaal; verkeerd; vunzig; zo klaar als een klontje; zonneklaar
forsch	flink; fors; potig; stevig	beslist; besluitvaardig; doortastend; drastisch; energiek; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; geanimeerd; gedecideerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; niet hol; resoluut; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vastberaden; vief; vol fut
groß	flink; fors; potig; stevig	ampel; breedvoerig; driedubbel; driemaal zo groot; drievoudig; enorm; gigantisch; groot; groots; heel erg; immens; in details; in zeer hoge mate; kolossaal; lang; omstandig; reusachtig; reuze; rijzig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; weids; zeer groot
korpulent	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd	corpulent; dik; gezet; lijvig; omvangrijk; vet; volumineus; zwaar van lijf; zwaarlijvig
kräftig	flink; fors; potig; stevig	betrouwbaar; breed; daadkrachtig; degelijk; deugdelijk; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; geanimeerd; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; met een krachtige uitwerking; niet hol; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; uit de kluiten gewassen; vief; vol fut
kräftig gebaut	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
robust	flink; fors; potig; stevig	betrouwbaar; breed; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; fors; massief; niet hol; robuust; solide; stabiel; sterk; stevig; stevig gebouwd; uit de kluiten gewassen
stark	flink; fors; potig; stevig	agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
stattlich	flink; fors; potig; stevig	aanzienlijk; adelijk; behoorlijk; beroemd; chic; danig; dapper; deftig; doorluchtig; duchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; ferm; fier; flink; fors; fysiek sterk; gedistingeerd; geraffineerd; gewichtig; glorieus; groots; heldhaftig; heroïsch; hooggeplaatst; illuster; kloek; krachtig; moedig; onverschrokken; plechtig; plechtstatig; prat; rijzig; sierlijk; smaakvol; statig; sterk; stevig; stijlvol; stout; stoutmoedig; trots; verfijnd; verheven; voornaam; waardig; weids; zeer plechtig
stämmig	flink; fors; potig; stevig	ferm; flink; fors; fysiek sterk; gespierd; krachtig; massief; niet hol; sterk; stevig; stoer

Verwandte Wörter für "potig":

potige

Wiktionary Übersetzungen für potig:

Cross Translation:

From	To	Via
• potig	→ fest; befestigt; haltbar; wiederstandsfähig	↔ robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.

Computerübersetzung von Drittern: