"union" übersetzt von Französische ins Niederländisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Französisch nach Niederländisch: mehr Daten

union:
- associatie; verbond; coalitie; unie; samensmelting; fusie; echtverbintenis; huwelijk; echt; burgerlijke staat; alliantie; bondgenootschap; bond; vereniging; genootschap; sociëteit; broederschap; verbinding; samenvoeging; aaneenvoeging; verbinden; huwelijksdag; trouwdag; bruiloftsdag; eenwording; samenklank; harmonie; eensgezindheid; eendrachtigheid; eendracht; huwelijkse staat; liga; verdrag; federatie; binding; akkoord; pact; band; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; statenbond; amalgamatie; versmelting; samendoen
Wiktionary:
- union → unie, eendracht
- union → bond, saamhorigheid, samenhorigheid, unie

Französisch

Detailübersetzungen für union (Französisch) ins Niederländisch

union:

union [la ~] Nomen

l'union (association; société; confédération; alliance; fédération; coalition; ligue)
de associatie; het verbond; de coalitie; de unie
- associatie [de ~ (v)] Nomen
- verbond [het ~] Nomen
- coalitie [de ~ (v)] Nomen
- unie [de ~ (v)] Nomen
l'union (fusion; fusionnement)
de samensmelting; de fusie
- samensmelting [de ~ (v)] Nomen
- fusie [de ~ (v)] Nomen
l'union (union conjugale; mariage; communauté conjugale; alliance; relations conjugales; noces)
de echtverbintenis; de huwelijk; de echt; burgerlijke staat
- echtverbintenis [de ~ (v)] Nomen
- huwelijk [de ~ (m)] Nomen
- echt [de ~ (m)] Nomen
- burgerlijke staat [znw.] Nomen
l'union (alliance; lien; entente; solidarité)
de alliantie; het bondgenootschap; de bond; het verbond
- alliantie [de ~ (v)] Nomen
- bondgenootschap [het ~] Nomen
- bond [de ~ (m)] Nomen
- verbond [het ~] Nomen
l'union (alliance; association; société; fraternité; club; confédération; fédération; confrérie; congrégation; communauté; coalition; compagnie; corporation; cercle; ligue)
de vereniging; het genootschap; de sociëteit; de bond; de broederschap
- vereniging [de ~ (v)] Nomen
- genootschap [het ~] Nomen
- sociëteit [de ~ (v)] Nomen
- bond [de ~ (m)] Nomen
- broederschap [de ~ (v)] Nomen
l'union (jonction; assemblage; liaison; réunion)
de verbinding; de samenvoeging; aaneenvoeging
- verbinding [de ~ (v)] Nomen
- samenvoeging [de ~ (v)] Nomen
- aaneenvoeging [znw.] Nomen
l'union (jonction)
verbinden
- verbinden [znw.] Nomen
l'union (jour du mariage; anniversaire de mariage; jour des noces; noces; jour de la noces; cérémonie du mariage; mariage; célébration du mariage; alliance; noce; épousailles; conjungo)
de huwelijksdag; de trouwdag; bruiloftsdag
- huwelijksdag [de ~ (m)] Nomen
- trouwdag [de ~ (m)] Nomen
- bruiloftsdag [znw.] Nomen
l'union (unification)
de eenwording
- eenwording [de ~ (v)] Nomen
l'union (harmonie sonore; harmonie; concorde; unisson)
de samenklank; de harmonie
- samenklank [de ~ (m)] Nomen
- harmonie [de ~ (v)] Nomen
l'union (concorde; accord; consensus; harmonie; entente; unisson; concordance)
de eensgezindheid; de harmonie; de eendrachtigheid; de eendracht
- eensgezindheid [de ~ (v)] Nomen
- harmonie [de ~ (v)] Nomen
- eendrachtigheid [de ~ (v)] Nomen
- eendracht [de ~] Nomen
l'union (communauté conjugale; relations conjugales; situation familiale; mariage; noces; union conjugale)
huwelijkse staat
- huwelijkse staat [znw.] Nomen
l'union (pacte; traité; convention; ligue; confédération; fédération; corporation; rapport; liaison; syndicat; relation; alliance; coalition)
het bondgenootschap; de liga; het verbond; het verdrag; de federatie; de binding; het akkoord; het pact; de bond; de band; de unie
- bondgenootschap [het ~] Nomen
- liga [de ~] Nomen
- verbond [het ~] Nomen
- verdrag [het ~] Nomen
- federatie [de ~ (v)] Nomen
- binding [de ~ (v)] Nomen
- akkoord [het ~] Nomen
- pact [het ~] Nomen
- bond [de ~ (m)] Nomen
- band [de ~ (m)] Nomen
- unie [de ~ (v)] Nomen
l'union (sentiment de solidarité; concordance; accord; entente; consensus; concorde)
het saamhorigheidsgevoel; de solidariteit
- saamhorigheidsgevoel [het ~] Nomen
- solidariteit [de ~ (v)] Nomen
l'union (confédération; syndicat; fédération; ligue)
de federatie; de bond; de statenbond; de liga; de unie
- federatie [de ~ (v)] Nomen
- bond [de ~ (m)] Nomen
- statenbond [de ~ (m)] Nomen
- liga [de ~] Nomen
- unie [de ~ (v)] Nomen
l'union (amalgame; mélange; mixture; fusion; alliage; mixtion)
amalgamatie; de fusie; de versmelting
- amalgamatie [znw.] Nomen
- fusie [de ~ (v)] Nomen
- versmelting [de ~ (v)] Nomen
l'union (rassemblement; réunion)
samendoen
- samendoen [znw.] Nomen

Übersetzung Matrix für union:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aaneenvoeging	assemblage; jonction; liaison; réunion; union
akkoord	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union	acceptation; accommodement; accord; admission; approbation; arrangement; autorisation; concession; consentement; convention; permission
alliantie	alliance; entente; lien; solidarité; union
amalgamatie	alliage; amalgame; fusion; mixtion; mixture; mélange; union	amalgamation
associatie	alliance; association; coalition; confédération; fédération; ligue; société; union
band	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union	affinité; analogie; assujétissement; bande; bande adhésive; bouquin; cohérence; cohésion; connexion; consistance; corrélation; interaction; liaison; lien; livre; manque de liberté; parenté; rapport; relation; reliure; ruban adhésif; réciprocité; sujétion; tome; volume; édition; épaisseur
binding	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union	assujétissement; liaison; manque de liberté; rapport; relation; sujétion; épaisseur
bond	alliance; association; cercle; club; coalition; communauté; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; convention; corporation; entente; fraternité; fédération; liaison; lien; ligue; pacte; rapport; relation; société; solidarité; syndicat; traité; union	amicale; association; cercle; club; guilde; guilde de métier; société; union des artisans
bondgenootschap	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; entente; fédération; liaison; lien; ligue; pacte; rapport; relation; solidarité; syndicat; traité; union	alliance; confédération; confédération d'états
broederschap	alliance; association; cercle; club; coalition; communauté; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; corporation; fraternité; fédération; ligue; société; union	congrégation; corporation; corps de métier; guilde; organisation professionnelle
bruiloftsdag	alliance; anniversaire de mariage; conjungo; célébration du mariage; cérémonie du mariage; jour de la noces; jour des noces; jour du mariage; mariage; noce; noces; union; épousailles
burgerlijke staat	alliance; communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; union; union conjugale	état civil
coalitie	alliance; association; coalition; confédération; fédération; ligue; société; union
echt	alliance; communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; union; union conjugale
echtverbintenis	alliance; communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; union; union conjugale
eendracht	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson
eendrachtigheid	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson	accord; concorde; harmonie; solidarité; unanimité; unité
eensgezindheid	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson	accord; alliance; concorde; entente; fraternité; harmonie; solidarité; unanimité; unité
eenwording	unification; union
federatie	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union	fédération
fusie	alliage; amalgame; fusion; fusionnement; mixtion; mixture; mélange; union	fusion
genootschap	alliance; association; cercle; club; coalition; communauté; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; corporation; fraternité; fédération; ligue; société; union
harmonie	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; harmonie sonore; union; unisson	balance; fanfare; fanfare musicale; harmonie; équilibre
huwelijk	alliance; communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; union; union conjugale	cérémonie du mariage; mariage; noces
huwelijksdag	alliance; anniversaire de mariage; conjungo; célébration du mariage; cérémonie du mariage; jour de la noces; jour des noces; jour du mariage; mariage; noce; noces; union; épousailles
huwelijkse staat	communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; situation familiale; union; union conjugale
liga	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union
pact	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union
saamhorigheidsgevoel	accord; concordance; concorde; consensus; entente; sentiment de solidarité; union
samendoen	rassemblement; réunion; union
samenklank	concorde; harmonie; harmonie sonore; union; unisson
samensmelting	fusion; fusionnement; union
samenvoeging	assemblage; jonction; liaison; réunion; union	addition; assemblage; composition; construction; cumul; embranchement; enchaînement; fixation; installation; joint; jonction; mise en place; montage; placement; positionnement; raccord; réunion; somme; soudure; succession
sociëteit	alliance; association; cercle; club; coalition; communauté; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; corporation; fraternité; fédération; ligue; société; union	association; cercle; club; milieu
solidariteit	accord; concordance; concorde; consensus; entente; sentiment de solidarité; union	accord; alliance; concorde; entente; fraternité; harmonie; solidarité; unité
statenbond	confédération; fédération; ligue; syndicat; union
trouwdag	alliance; anniversaire de mariage; conjungo; célébration du mariage; cérémonie du mariage; jour de la noces; jour des noces; jour du mariage; mariage; noce; noces; union; épousailles
unie	alliance; association; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; société; syndicat; traité; union	amicale; association; cercle; club; guilde; guilde de métier; société; union des artisans
verbinden	jonction; union
verbinding	assemblage; jonction; liaison; réunion; union	Raccordement; accouplement; affinité; analogie; assemblage; cohérence; cohésion; combinaison; communication; connexion; consistance; contact; corrélation; interaction; interface; joint; jonction; le rapport; liaison; lien; ligne téléphonique; parenté; raccord; rapport; relation; réciprocité; réunion; soudure
verbond	alliance; association; coalition; confédération; convention; corporation; entente; fédération; liaison; lien; ligue; pacte; rapport; relation; société; solidarité; syndicat; traité; union
verdrag	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union
vereniging	alliance; association; cercle; club; coalition; communauté; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; corporation; fraternité; fédération; ligue; société; union	amicale; association; cercle; club; guilde; guilde de métier; société; union des artisans
versmelting	alliage; amalgame; fusion; mixtion; mixture; mélange; union
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
samendoen		s'associer
verbinden		accoupler; adjoindre; assembler; associer; attacher; attacher ensemble; boutonner; connecter; enchaîner; ficeler; fixer; joindre; lier; lier ensemble; mettre; mettre à l'attache; nouer; rattacher à; relier; réunir en accouplant; se connecter; unir
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
echt		adroit; authentique; dans l'âme; dans lequel; de bonne foi; direct; effectivement; en effet; en quoi; en réalité; en vérité; franc; honnête; intègre; où; par où; pur; purement; réellement; sincère; sur laquelle; sur lequel; sur lesquelles; sur lesquels; sur quoi; vrai; vraiment; véridique; véridiquement; véritable; véritablement; à quoi
Not Specified	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
band		libellé; tranche
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
akkoord		OK!; d'accord
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
akkoord		bien; bon; d'accord; en règle; parfait

Synonyms for "union":

adjonction; jonction; réunion; annexion; rattachement; association; accession; incorporation; amalgame; mélange; alliage; alliance; combinaison; rapprochement; fusion; confusion; fusionne; concorde; conformité; accord; affinité; analogie; concordance; harmonie; similitude; ressemblance; unisson; unité; conjonction; assemblage; rencontre; emboîtement; accouplement; ajustage; enchâssement; insertion; fédération; confédération; ligue; coalition; société; syndicat

Wiktionary Übersetzungen für union:

union

noun

(mathématiques) Pour une famille d'ensembles donnée, ensemble des éléments appartenant au moins à un ensemble de cette famille.
- union → unie; eendracht

Cross Translation:

From	To	Via
• union	→ bond	↔ Bund — politisch: eine Gruppe von souveränen Staaten, die sich für eine gemeinsame (Teil-)Politik zusammentun
• union	→ saamhorigheid; samenhorigheid	↔ Zusammengehörigkeit — enge Verbundenheit
• union	→ unie	↔ union — the act of uniting or the state of being united

Computerübersetzung von Drittern:

übersetze union von Französische ins Niederländisch

Detailübersetzungen für union (Französisch) ins Niederländisch

union:

union [la ~] Nomen

l'union (association; société; confédération; alliance; fédération; coalition; ligue)

l'union (fusion; fusionnement)

l'union (union conjugale; mariage; communauté conjugale; alliance; relations conjugales; noces)

l'union (alliance; lien; entente; solidarité)

l'union (alliance; association; société; fraternité; club; confédération; fédération; confrérie; congrégation; communauté; coalition; compagnie; corporation; cercle; ligue)

l'union (jonction; assemblage; liaison; réunion)

l'union (jonction)

l'union (jour du mariage; anniversaire de mariage; jour des noces; noces; jour de la noces; cérémonie du mariage; mariage; célébration du mariage; alliance; noce; épousailles; conjungo)

l'union (unification)

l'union (harmonie sonore; harmonie; concorde; unisson)

l'union (concorde; accord; consensus; harmonie; entente; unisson; concordance)

l'union (communauté conjugale; relations conjugales; situation familiale; mariage; noces; union conjugale)

l'union (pacte; traité; convention; ligue; confédération; fédération; corporation; rapport; liaison; syndicat; relation; alliance; coalition)

l'union (sentiment de solidarité; concordance; accord; entente; consensus; concorde)

l'union (confédération; syndicat; fédération; ligue)

l'union (amalgame; mélange; mixture; fusion; alliage; mixtion)

l'union (rassemblement; réunion)

Übersetzung Matrix für union:

Synonyms for "union":

Wiktionary Übersetzungen für union:

Verwandte Übersetzungen für union