Französisch
Detailübersetzungen für surchauffer (Französisch) ins Niederländisch
surchauffer: (*Wort und Satz getrennt)
- sur: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; zuur; wrang; zuur smakend; zurig; rins
- chauffer: verwarmen; opwarmen; verhitten; warm maken; eten opwarmen; warmen; warm worden; heetlopen
- échauffer: verwarmen; opwarmen; verhitten; warm maken; eten opwarmen
- sûr: zeker; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid; veilig; heus; waarachtig; waarlijk; gewis; welzeker; voorzeker; vast; reëel; feitelijk; stellig; bekend; vertrouwd; absoluut; onvoorwaardelijk; vaststaand; volstrekt; pertinent; ten enenmale; krachtig; beslist; doortastend; mondig; kordaat; ferm; krachtdadig; voor zichzelf opkomend