Falloir: französische und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Französisch nach Niederländisch: mehr Daten

Französisch

Detailübersetzungen für falloir (Französisch) ins Niederländisch

falloir (devoir; être obligé de; être dans l'obligation de)
willen; moeten; believen
- willen Verb (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)
- moeten Verb (moet, moest, moesten, gemoeten)
- believen Verb (belief, belieft, beliefde, beliefden, beliefd)
falloir (être obligé de; devoir; être dans l'obligation de)
moeten; dienen; verplicht zijn
- moeten Verb (moet, moest, moesten, gemoeten)
- dienen Verb (dien, dient, diende, dienden, gediend)
- verplicht zijn Verb

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
believen		gré
moeten		devoir
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
believen	devoir; falloir; être dans l'obligation de; être obligé de	amuser; jouir de; plaire; sembler bon
dienen	devoir; falloir; être dans l'obligation de; être obligé de	servir
moeten	devoir; falloir; être dans l'obligation de; être obligé de
verplicht zijn	devoir; falloir; être dans l'obligation de; être obligé de
willen	devoir; falloir; être dans l'obligation de; être obligé de	aimer; désirer; vouloir

Cross Translation:

From	To	Via
• falloir	→ nodig hebben; vereisen; behoeven; benodigen	↔ need — to have an absolute requirement for