Contrariant: französische und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Remove Ads

Übersicht

Französisch nach Niederländisch: mehr Daten

contrariant:
- koppig; bokkig; eigenzinnig; hardhoofdig; eigenwijs
contrarier:
- tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; tegengaan; tegenstreven; weerstreven; een stokje steken voor; verijdelen; doen mislukken; dwarszitten; op zijn hart hebben; chicaneren; kleinzielig gedragen
Wiktionary:
- contrariant → tegendraads
- contrarier → ontstemmen, de voet dwars zetten, tegengaan, tegenwerken, contrariëren, dwarsbomen
- contrarier → dwarsbomen

Französisch

Detailübersetzungen für contrariant (Französisch) ins Niederländisch

contrariant:

contrariant Adjektiv

contrariant (buté; têtu; entêté; obstiné; réticent; inflexible; revêche)
koppig; bokkig
- koppig Adjektiv
- bokkig Adjektiv
contrariant (buté; en rebelle; têtu; récalcitrant; indocile; insubordonnée; à contrecoeur; insoumis; opiniâtre; obstiné; réticent; entêté; d'une façon récalcitrante)
eigenzinnig; hardhoofdig; eigenwijs
- eigenzinnig Adjektiv
- hardhoofdig Adjektiv
- eigenwijs Adjektiv

Übersetzung Matrix für contrariant:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bokkig	buté; contrariant; entêté; inflexible; obstiné; revêche; réticent; têtu	bourru; de bouc; grincheux; grossier; insoumis; insubordonné; rebelle; récalcitrant
eigenwijs	buté; contrariant; d'une façon récalcitrante; en rebelle; entêté; indocile; insoumis; insubordonnée; obstiné; opiniâtre; récalcitrant; réticent; têtu; à contrecoeur	entêté; obstiné; obstinément
eigenzinnig	buté; contrariant; d'une façon récalcitrante; en rebelle; entêté; indocile; insoumis; insubordonnée; obstiné; opiniâtre; récalcitrant; réticent; têtu; à contrecoeur	entêté; obstiné; obstinément
hardhoofdig	buté; contrariant; d'une façon récalcitrante; en rebelle; entêté; indocile; insoumis; insubordonnée; obstiné; opiniâtre; récalcitrant; réticent; têtu; à contrecoeur	buté; entêté; obstiné; obstinément; opiniâtre; opiniâtrement; tenace; têtu
koppig	buté; contrariant; entêté; inflexible; obstiné; revêche; réticent; têtu	buté; d'une façon récalcitrante; en rebelle; entêté; inflexible; insoumis; insubordonné; obstiné; obstinément; opiniâtre; opiniâtrement; rebelle; revêche; récalcitrant; réticent; tenace; têtu; à contrecoeur

Synonyms for "contrariant":

agaçant; irritant; embêtant; énervant; exaspérant; crispant; désagréable; insupportable; taquin; titillant; ennuyeux; fâcheux; accablant; fastidieux; monotone; rébarbatif; lassant; insipide; soporifique; fade; pénible; somnifère; endormant; inopportun; déplaisant; regrettable; blessant; mauvais; douloureux; gênant; importun; gêneur; indiscret; malencontreux; malheureux; déplorable; vexant; cinglant; rageant

Wiktionary Übersetzungen für contrariant:

contrariant

adjective

tegen de draad, weerspannig
- tegendraads → contrariant; à contrefil

contrariant form of contrarier:

contrarier Verb (contrarie, contraries, contrarions, contrariez, contrarient, contrariais, contrariait, contrariions, contrariiez, contrariaient, contrariai, contrarias, contraria, contrariâmes, contrariâtes, contrarièrent, contrarierai, contrarieras, contrariera, contrarierons, contrarierez, contrarieront)

contrarier (contrecarrer; traverser les projets de; arrêter; gêner; stopper; empêcher; barrer; frustrer; retenir)
tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen
- tegenwerken Verb (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
- dwarsbomen Verb (dwarsboom, dwarsboomt, dwarsboomde, dwarsboomden, gedwarsboomd)
- dwarsliggen Verb (lig dwars, ligt dwars, lag dwars, lagen dwars, dwarsgelegen)
contrarier (contrecarrer; se rebeller; s'opposer à)
tegenwerken; tegengaan; tegenstreven; weerstreven
- tegenwerken Verb (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
- tegengaan Verb (ga tegen, gaat tegen, ging tegen, gingen tegen, tegengegaan)
- tegenstreven Verb (streef tegen, streeft tegen, streefte tegen, streeften tegen, tegengestreefd)
- weerstreven Verb (weerstreef, weerstreeft, weerstreefde, weerstreefden, weerstreefd)
contrarier (faire échouer)
een stokje steken voor; verijdelen; doen mislukken
- een stokje steken voor Verb
- verijdelen Verb (verijdel, verijdelt, verijdelde, verijdelden, verijdeld)
- doen mislukken Verb
contrarier (avoir quelque chose sur le coeur; gêner; chicaner)
dwarszitten; op zijn hart hebben
- dwarszitten Verb (zit dwars, zat dwars, zaten dwars, dwarsgezeten)
- op zijn hart hebben Verb
contrarier (chicaner)
chicaneren; kleinzielig gedragen
- chicaneren Verb (chicaneer, chicaneert, chicaneerde, chicaneerden, gechicaneerd)
- kleinzielig gedragen Verb (gedraag kleinzielig, gedraagt kleinzielig, gedroeg kleinzielig, gedroegen kleinzielig, kleinzielig gedragen)

Konjugationen für contrarier:

Présent

contrarie
contraries
contrarie
contrarions
contrariez
contrarient

imparfait

contrariais
contrariais
contrariait
contrariions
contrariiez
contrariaient

passé simple

contrariai
contrarias
contraria
contrariâmes
contrariâtes
contrarièrent

futur simple

contrarierai
contrarieras
contrariera
contrarierons
contrarierez
contrarieront

subjonctif présent

que je contrarie
que tu contraries
qu'il contrarie
que nous contrariions
que vous contrariiez
qu'ils contrarient

conditionnel présent

contrarierais
contrarierais
contrarierait
contrarierions
contrarieriez
contrarieraient

passé composé

ai contrarié
as contrarié
a contrarié
avons contrarié
avez contrarié
ont contrarié

divers

contrarie!
contrariez!
contrarions!
contrarié
contrariant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Übersetzung Matrix für contrarier:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
tegengaan		contre; endiguement
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
chicaneren	chicaner; contrarier
doen mislukken	contrarier; faire échouer
dwarsbomen	arrêter; barrer; contrarier; contrecarrer; empêcher; frustrer; gêner; retenir; stopper; traverser les projets de
dwarsliggen	arrêter; barrer; contrarier; contrecarrer; empêcher; frustrer; gêner; retenir; stopper; traverser les projets de
dwarszitten	avoir quelque chose sur le coeur; chicaner; contrarier; gêner
een stokje steken voor	contrarier; faire échouer
kleinzielig gedragen	chicaner; contrarier
op zijn hart hebben	avoir quelque chose sur le coeur; chicaner; contrarier; gêner
tegengaan	contrarier; contrecarrer; s'opposer à; se rebeller
tegenstreven	contrarier; contrecarrer; s'opposer à; se rebeller
tegenwerken	arrêter; barrer; contrarier; contrecarrer; empêcher; frustrer; gêner; retenir; s'opposer à; se rebeller; stopper; traverser les projets de	compliquer; rendre difficile
verijdelen	contrarier; faire échouer	annihiler; annuler; déboutonner; décrocher; déjouer; dénouer; fermer; lever; liquider; supprimer
weerstreven	contrarier; contrecarrer; s'opposer à; se rebeller

Synonyms for "contrarier":

agacer; irriter; énerver; exciter; harceler; tracasser; tourmenter; taquiner; titiller; provoquer; attrister; chagriner; peiner; affliger; assombrir; rembrunir; consterner; décevoir; désespérer; mécontenter; choquer; heurter; offusquer; froisser; blesser; scandaliser; offenser; vexer; déplaire; effaroucher; rebuter; indigner; contrecarrer; combattre; empêcher; gêner; freiner; nuire; contredire; opposer; contrer; embêter; ennuyer; déranger; importuner; assommer; fatiguer; lasser; barber; prévenir; déjouer; étouffer; éviter; interdire; défendre; prohiber; enrayer; arrêter; entraver; restreindre; excéder; accabler; enquiquiner; ralentir; retarder; modérer; diminuer; réfréner; brider; impatienter; exaspérer; crisper; horripiler; léser; défavoriser; endommager; discréditer; ruiner; résister; contester; mutiner; réagir; regimber; rebeller; refuser

Wiktionary Übersetzungen für contrarier:

contrarier

verb

Empêcher d’agir, d’aboutir
- contrarier → ontstemmen; de voet dwars zetten; tegengaan; tegenwerken

contrarier

verb

tegenwerken, dwars liggen
- contrariëren → contrarier
tegenwerken, moeilijkheden geven
- dwarsbomen → contrecarrer; contrarier
zich tegen iets verzetten
- tegenwerken → contrarier

Cross Translation:

From	To	Via
• contrarier	→ dwarsbomen	↔ thwart — to prevent; to halt; to cause failure

Detailübersetzungen für contrariant (Niederländisch) ins Französisch

contrariant: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

contra: contre; contraire à; anti; versus; contra
riant: éclatant; splendide; spacieux; resplendissant; splendidement

Remove Ads

Französische und niederländische Suchergebnisse für: contrariant

Detailübersetzungen für contrariant (Französisch) ins Niederländisch

contrariant:

contrariant Adjektiv

contrariant (buté; têtu; entêté; obstiné; réticent; inflexible; revêche)

contrariant (buté; en rebelle; têtu; récalcitrant; indocile; insubordonnée; à contrecoeur; insoumis; opiniâtre; obstiné; réticent; entêté; d'une façon récalcitrante)

Übersetzung Matrix für contrariant:

Synonyms for "contrariant":

Wiktionary Übersetzungen für contrariant:

contrariant form of contrarier:

contrarier (contrecarrer; traverser les projets de; arrêter; gêner; stopper; empêcher; barrer; frustrer; retenir)

contrarier (contrecarrer; se rebeller; s'opposer à)

contrarier (faire échouer)

contrarier (avoir quelque chose sur le coeur; gêner; chicaner)

contrarier (chicaner)

Konjugationen für contrarier:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Übersetzung Matrix für contrarier:

Synonyms for "contrarier":

Wiktionary Übersetzungen für contrarier:

Verwandte Übersetzungen für contrariant

Detailübersetzungen für contrariant (Niederländisch) ins Französisch

contrariant: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

Französische und niederländische Suchergebnisse für: contrariant

Detailübersetzungen für contrariant (Französisch) ins Niederländisch

contrariant:

contrariant Adjektiv

contrariant (buté; têtu; entêté; obstiné; réticent; inflexible; revêche)

contrariant (buté; en rebelle; têtu; récalcitrant; indocile; insubordonnée; à contrecoeur; insoumis; opiniâtre; obstiné; réticent; entêté; d'une façon récalcitrante)

Übersetzung Matrix für contrariant:

Synonyms for "contrariant":

Wiktionary Übersetzungen für contrariant:

contrariant form of contrarier:

contrarier (contrecarrer; traverser les projets de; arrêter; gêner; stopper; empêcher; barrer; frustrer; retenir)

contrarier (contrecarrer; se rebeller; s'opposer à)

contrarier (faire échouer)

contrarier (avoir quelque chose sur le coeur; gêner; chicaner)

contrarier (chicaner)

Konjugationen für contrarier:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Übersetzung Matrix für contrarier:

Synonyms for "contrarier":

Wiktionary Übersetzungen für contrarier:

Verwandte Übersetzungen für contrariant

Detailübersetzungen für contrariant (Niederländisch) ins Französisch

contrariant: (*Wort und Satz getrennt)

contrariant: ^{(*Wort und Satz getrennt)}