Home ->Wörterbücher ->Französisch/Niederländisch ->Suche: week-end

Französische und niederländische Suchergebnisse für: week-end

Übersicht

Französisch nach Niederländisch: mehr Daten

week-end:
- weekeinde; weekend
Wiktionary:
- week-end → weekeinde, weekend

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

weekend:
- week-end; fin de semaine
Wiktionary:
- weekend → week-end, weekend
- weekend → fin de semaine, weekend

Französisch

Detailübersetzungen für week-end (Französisch) ins Niederländisch

week-end:

week-end [le ~] Nomen

le week-end (fin de semaine)
het weekeinde; het weekend
- weekeinde [het ~] Nomen
- weekend [het ~] Nomen

Übersetzung Matrix für week-end:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
weekeinde	fin de semaine; week-end
weekend	fin de semaine; week-end

Synonyms for "week-end":

vacance

Wiktionary Übersetzungen für week-end:

week-end

noun

Week-end
- week-end → weekeinde; weekend

week-end

noun

de periode van vrijdagavond tot en met zondagnacht
- weekend → week-end; weekend

Niederländisch

Detailübersetzungen für week-end (Niederländisch) ins Französisch

weekend:

weekend [het ~] Nomen

het weekend (weekeinde)
le week-end; la fin de semaine
- week-end [le ~] Nomen
- fin de semaine [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für weekend:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
fin de semaine	weekeinde; weekend
week-end	weekeinde; weekend

Verwandte Wörter für "weekend":

weekenden, weekends

Wiktionary Übersetzungen für weekend:

weekend

noun

de periode van vrijdagavond tot en met zondagnacht
- weekend → week-end; weekend

weekend

noun

Week-end
- week-end → weekeinde; weekend

Cross Translation:

From	To	Via
• weekend	→ fin de semaine; weekend	↔ weekend — break in the working week

Verwandte Übersetzungen für week-end