Übersicht
Französisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
passavant:
-
Wiktionary:
passavant → gangboord -
Synonyms for "passavant":
laissez-passer; sauf-conduit; passeport; permis; visa; coupe-file; passe-droit
-
Wiktionary:
Französisch
Detailübersetzungen für passavant (Französisch) ins Niederländisch
passavant: (*Wort und Satz getrennt)
- pas: niet; pas; stap; schrede; passen; stappen; treden; voetstappen; schreden; voetstap; tred; hoefslag; hoefgetrappel; tekenbreedte
- savant: slim; geleerd; wijze; wetenschapper; geleerde; ontwikkeld; wijs; gestudeerd; erudiet; belezen; geletterd; zeer ontwikkeld; hooggeleerd; zeer geleerd; knap; intelligent; academicus; hooggeleerde; professor; hoogleraar; prof
- passé: afgelopen; vorig; verleden; vroeger; vorige; geweest; voorheen; voormalig; toenmalig; vroegere; ex; voormalige; gewezen; over; uit; klaar; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; verlopen; vervallen; voorbij; verstreken; beëindigd; weg; verloren; zoek; kwijt; vermist; slecht; rot; vergaan; bedorven; verrot; rottig; verleden tijd; onvoltooid verleden tijd; o.v.t.; jongstleden; verdwaald; armoedig; pover; sjofel; schamel; haveloos; flodderig; sjofeltjes; voorgevallen; doorgegeven; verder gegeven
- avant: eerder; vroeger; voorheen; voordien; vooraf; van tevoren; tevoren; binnen; binnen een tijdsspanne; vantevoren; voorschip; aanvaller; voorspeler; voorhoedespeler; spitsspeler
- passer: aankomen; bezoeken; opzoeken; langskomen; inlopen; voorbijkomen; op bezoek komen; besteden; doorbrengen; slijten; inhalen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden; verlopen; vervallen; aflopen; vergaan; verstrijken; verstrekken; verlenen; schenken; geven; aangeven; aanreiken; reiken; aanlopen; komen aanlopen; oversteken; erdoor komen; doordrukken; doorstoten; dwars oversteken; drukkend door iets heen brengen; aantrekken; toestoppen; dichttrekken; voorbijvaren; reizen door; doorheen reizen
- vanté: populair; gevierd; gelauwerd