"radia" übersetzt von Spanische ins Niederländisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Spanisch nach Niederländisch: mehr Daten

radiar:
- iets uitstralen; stralen; uitstralen; zenden; uitzenden; rondstralen; bestralen; chemotherapie geven; licht schijnen; licht uitzenden; blaken
Wiktionary:
- radiar → stralen
- radiar → omroepen, rondsturen, stralen, uitstralen

Spanisch

Detailübersetzungen für radia (Spanisch) ins Niederländisch

radia form of radiar:

radiar Verb

radiar (resplandecer)
iets uitstralen; stralen
- iets uitstralen Verb
- stralen Verb (straal, straalt, straalde, straalden, gestraald)
radiar (irradiar; emitir)
uitstralen; zenden; uitzenden; rondstralen
- uitstralen Verb (straal uit, straalt uit, straalde uit, straalden uit, uitgestraald)
- zenden Verb (zend, zendt, zond, zonden, gezonden)
- uitzenden Verb (zend uit, zendt uit, zond uit, zonden uit, uitgezonden)
- rondstralen Verb
radiar
bestralen; chemotherapie geven
- bestralen Verb (bestraal, bestraalt, bestraalde, bestraalden, bestraald)
- chemotherapie geven Verb
radiar (irradiar; brillar; relucir; resplandecer)
stralen; licht schijnen
- stralen Verb (straal, straalt, straalde, straalden, gestraald)
- licht schijnen Verb
radiar (brillar; resplandecer; arder de)
stralen; licht uitzenden; blaken
- stralen Verb (straal, straalt, straalde, straalden, gestraald)
- licht uitzenden Verb
- blaken Verb (blaak, blaakt, blaakte, blaakten, geblaakt)

Konjugationen für radiar:

presente

radio
radias
radia
radiamos
radiáis
radian

imperfecto

radiaba
radiabas
radiaba
radiábamos
radiabais
radiaban

indefinido

radié
radiaste
radió
radiamos
radiasteis
radiaron

fut. de ind.

radiaré
radiarás
radiará
radiaremos
radiaréis
radiarán

condic.

radiaría
radiarías
radiaría
radiaríamos
radiaríais
radiarían

pres. de subj.

que radie
que radies
que radie
que radiemos
que radiéis
que radien

imp. de subj.

que radiara
que radiaras
que radiara
que radiáramos
que radiarais
que radiaran

miscelánea

¡radia!
¡radiad!
¡no radies!
¡no radiéis!
radiado
radiando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Übersetzung Matrix für radiar:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
stralen		rayos
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bestralen	radiar
blaken	arder de; brillar; radiar; resplandecer	estar claramente presente; imponerse
chemotherapie geven	radiar
iets uitstralen	radiar; resplandecer
licht schijnen	brillar; irradiar; radiar; relucir; resplandecer
licht uitzenden	arder de; brillar; radiar; resplandecer
rondstralen	emitir; irradiar; radiar
stralen	arder de; brillar; irradiar; radiar; relucir; resplandecer	amanecer; brillar; centellear; clarear; dar luz; destellar; hacer brillar; iluminarse; relampaguear
uitstralen	emitir; irradiar; radiar
uitzenden	emitir; irradiar; radiar	difundir; emplear; esparcir; pregonar; sembrar a voleo
zenden	emitir; irradiar; radiar	conducir; dirigir; enviar; estar al volante; expedir; llevar el timón; mandar; mandar a; remitir; repartir; retransmitir; suministrar

Synonyms for "radiar":

irradiar; emitir; radiodifundir
lucir; relucir; brillar; relumbrar; resplandecer; flagrar; centellear; fulgurar; refulgir; deslumbrar; fosforescer; llamear; reflejar; tornasolar; iluminar

Wiktionary Übersetzungen für radiar:

radiar

verb

straling uitzenden
- stralen → brillar; radiar

Cross Translation:

From	To	Via
• radiar	→ omroepen; rondsturen	↔ diffuser — répandre dans toutes les directions.
• radiar	→ stralen; uitstralen	↔ rayonner — jeter, envoyer des rayons.

Computerübersetzung von Drittern: