Übersicht
Spanisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
insulso:
- saai; vervelend; eentonig; suf; slaapverwekkend; monotoon; afgezaagd; onduidelijk; wazig; vaag; flauw; mistig; vagelijk; nevelachtig; onhelder; slap; waterig; waterachtig
-
Wiktionary:
- insulso → smakeloos, oninterssant
Spanisch
Detailübersetzungen für insulsa (Spanisch) ins Niederländisch
insulso:
-
insulso (soso; aburrido; tedioso)
-
insulso (monótono; pesado; soñoliento; abobado; rutinario; desabrido)
saai; eentonig; slaapverwekkend; monotoon-
saai Adjektiv
-
eentonig Adjektiv
-
slaapverwekkend Adjektiv
-
monotoon Adjektiv
-
-
insulso (vago; borroso; descolorido; indefinido; confuso)
onduidelijk; wazig; vaag; flauw; mistig; vagelijk; nevelachtig; onhelder-
onduidelijk Adjektiv
-
wazig Adjektiv
-
vaag Adjektiv
-
flauw Adjektiv
-
mistig Adjektiv
-
vagelijk adv
-
nevelachtig Adjektiv
-
onhelder Adjektiv
-
-
insulso (acuoso)
Übersetzung Matrix für insulso:
Verwandte Wörter für "insulso":
Synonyms for "insulso":
Computerübersetzung von Drittern: