Übersicht
Spanisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
insolente:
- bot; kortaf; zonder omhaal; ongelikt; arrogant; hooghartig; verwaand; zelfingenomen; zelfgenoegzaam; uit de hoogte; neerbuigend; hautain; hovaardig; aanmatigend; hoogmoedig; ijdel; ingebeeld; honds; aanstootgevend; aanstotelijk; onbehouwen; lomp; onbeschaafd; onopgevoed; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; dorps; pretentieus
-
Wiktionary:
- insolente → brutaal
- insolente → onheus, driest, schaamteloos, oneerbiedig, spottend, brutaal, onbeschaamd, dapper, koen, impertinent, honds, lomp, onbeleefd, vlegelachtig
Spanisch
Detailübersetzungen für insolente (Spanisch) ins Niederländisch
insolente:
-
insolente (aturdido; desmañado; bruto; descortés; brusco; cruel; mal criado; inhábil; incivilizado; desafilado)
-
insolente (maleducado; torpe; grosero; bruto; incapaz; aturdido; tosco; palurdo; primitivo; romo; mal educado; mal criado; inhábil; mastuerzo; incivilizado; desafilado)
-
insolente (arrogante; gallardo; autocomplaciente; vanidoso; altivo; pagado de sí mismo; vano; presuntuoso; altanero; desdeñoso; pedante; presumido; engreído; soberbio; estirado; autosuficiente; pretencioso; endiosado)
arrogant; hooghartig; verwaand; zelfingenomen; zelfgenoegzaam; uit de hoogte; neerbuigend; hautain; hovaardig; aanmatigend; hoogmoedig-
arrogant Adjektiv
-
hooghartig Adjektiv
-
verwaand Adjektiv
-
zelfingenomen Adjektiv
-
zelfgenoegzaam Adjektiv
-
uit de hoogte Adjektiv
-
neerbuigend Adjektiv
-
hautain Adjektiv
-
hovaardig Adjektiv
-
aanmatigend Adjektiv
-
hoogmoedig Adjektiv
-
-
insolente (arrogante)
arrogant; aanmatigend; hooghartig; hautain-
arrogant Adjektiv
-
aanmatigend Adjektiv
-
hooghartig Adjektiv
-
hautain Adjektiv
-
-
insolente (autocomplaciente; presumido; arrogante; vanidoso; vano; pedante; pagado de sí mismo; autosuficiente; presuntuoso; pretencioso)
zelfgenoegzaam; zelfingenomen; ijdel; verwaand; ingebeeld-
zelfgenoegzaam Adjektiv
-
zelfingenomen Adjektiv
-
ijdel Adjektiv
-
verwaand Adjektiv
-
ingebeeld Adjektiv
-
-
insolente (grosero)
-
insolente (chocante; ofensivo; hiriente; palurdo; atacante; grosero; bruto; doloroso; escandaloso; desvergonzado; indecente; descortés; desmañado; sin modales; afrentoso)
-
insolente (maleducado; torpe; grosero; romo; bruto; primitivo; descortés; desmañado; mal educado; mal criado; incivilizado; desafilado)
onbehouwen; lomp; onbeschaafd; onopgevoed; bot-
onbehouwen Adjektiv
-
lomp Adjektiv
-
onbeschaafd Adjektiv
-
onopgevoed Adjektiv
-
bot Adjektiv
-
-
insolente (bruto; desmañado; palurdo; sin vergüenza; zote; sin respeto; fresco; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; con desenvoltura; demasiado desenvuelto)
onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; aanmatigend-
onbeschaamd Adjektiv
-
onbeschoft Adjektiv
-
ongegeneerd Adjektiv
-
respectloos Adjektiv
-
aanmatigend Adjektiv
-
-
insolente (de pueblo; campesino; grosero; rural; torpe; bruto; nacional; maleducado; incapaz; rústico; aturdido; tosco; pastoral; palurdo; aldeano; campestre; zafio; pastoril; zote; desmañado; mal educado; inhábil; mastuerzo; en estado natural)
-
insolente (pretencioso; vano; creído; pagado de sí mismo; pedante; presumido; vanidoso; arrogante; presuntuoso)
pretentieus-
pretentieus Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für insolente:
Verwandte Wörter für "insolente":
Synonyms for "insolente":
Wiktionary Übersetzungen für insolente:
insolente
Cross Translation:
adjective
-
geen respect hebbend voor iets of iemand
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• insolente | → driest; schaamteloos | ↔ audacious — impudent |
• insolente | → oneerbiedig; spottend | ↔ flippant — lacking respect |
• insolente | → brutaal | ↔ impudent — Not showing due respect; impertinent; bold-faced |
• insolente | → onbeschaamd | ↔ sassy — impudent |
• insolente | → dapper; driest; koen; brutaal; impertinent | ↔ hardi — Qui ose beaucoup. |
• insolente | → honds; lomp; onbeleefd; onheus; vlegelachtig | ↔ impoli — personne qui n'a aucune politesse. |