Spanisch
Detailübersetzungen für hacer que (Spanisch) ins Niederländisch
hacer que: (*Wort und Satz getrennt)
- hacer: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; uitspoken; uithalen; losmaken; uittrekken; tornen; loskrijgen; lostornen; neerleggen; formeren; onderuit halen
- que: dat; die; waarom; als; dan
- qué: welk; hoe; wat voor een; hoedanig