Spanisch
Detailübersetzungen für diácono (Spanisch) ins Niederländisch
diácono: (*Wort und Satz getrennt)
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- cono: conus; kegel; pilon
- decir: uiten; uitdrukken; verwoorden; vertolken; uiting geven aan; uitdrukking geven aan; informeren; waarschuwen; op de hoogte brengen; verwittigen; inlichten; tippen; van iets in kennis stellen; zegje
- coño: kut; verdomme; tering
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken