Home ->Wörterbücher ->Spanisch/Niederländisch ->übersetze dicha

übersetze dicha von Spanische ins Niederländisch

Übersicht

Spanisch nach Niederländisch: mehr Daten

dicha:
- geluk; geluk hebbend; bof; het gelukkig-zijn; gelukkigheid; fortuin; gelukzaligheid; heerlijkheid
dicho:
- gezegd; genoemd; verwoord; gemeld
- uitdrukking; zin; frase; zegswijze; gezegde; spreuk; verwoording
Wiktionary:
- dicha → verrukking, gelukzaligheid
- dicho → gezegde, in kwestie, desbetreffend, desbetreffende, spreuk, spreekwoord, verteld

Spanisch

Detailübersetzungen für dicha (Spanisch) ins Niederländisch

dicha:

dicha [la ~] Nomen

la dicha (felicidad)
het geluk; geluk hebbend; de bof
- geluk [het ~] Nomen
- geluk hebbend [znw.] Nomen
- bof [de ~ (m)] Nomen
la dicha (destino; felicidad; fortuna; golpe de fortuna; estrella; capital)
het geluk; het gelukkig-zijn; gelukkigheid; de fortuin
- geluk [het ~] Nomen
- het gelukkig-zijn [znw.] Nomen
- gelukkigheid [znw.] Nomen
- fortuin [de ~] Nomen
la dicha (exquisitez; felicidad; delicia; gloria)
de gelukzaligheid; de heerlijkheid
- gelukzaligheid [de ~ (v)] Nomen
- heerlijkheid [de ~ (v)] Nomen

Übersetzung Matrix für dicha:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bof	dicha; felicidad	paperas
fortuin	capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna	capital; mas dineros; suma
geluk	capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna
geluk hebbend	dicha; felicidad
gelukkigheid	capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna
gelukzaligheid	delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria
heerlijkheid	delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria	sabrosidad
het gelukkig-zijn	capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna

Verwandte Wörter für "dicha":

dicho

Synonyms for "dicha":

beatitud; felicidad; satisfacción; bienestar; comodidad; fortuna; confort; riqueza; abundancia; paz; placer; tranquilidad; ventura; conveniencia; regalo; suerte
bendición; favor; aprobación; congratulación; gracia; prosperidad
bienandanza
bonanza; bienaventuranza; serenidad; opulencia; calma
contento; júbilo; gozo; delicia; complacencia; gusto
goce; deleite; disfrute; fruición; regodeo; agrado

Wiktionary Übersetzungen für dicha:

Cross Translation:

From	To	Via
• dicha	→ verrukking; gelukzaligheid	↔ bliss — perfect happiness

dicho:

dicho Adjektiv

dicho (mencionado; llamado)
gezegd; genoemd; verwoord
- gezegd Adjektiv
- genoemd Adjektiv
- verwoord Adjektiv
dicho (mencionado; citado)
gemeld
- gemeld Adjektiv

dicho [el ~] Nomen

el dicho (modismo; giro)
de uitdrukking; de zin; de frase; de zegswijze; het gezegde
- uitdrukking [de ~ (v)] Nomen
- zin [de ~ (m)] Nomen
- frase [de ~ (v)] Nomen
- zegswijze [de ~] Nomen
- gezegde [het ~] Nomen
el dicho (aforismo)
de spreuk; het gezegde
- spreuk [de ~] Nomen
- gezegde [het ~] Nomen
el dicho (formulación; palabras; frase; declaración; expresión; frase hecha; manera de formular)
de verwoording
- verwoording [de ~ (v)] Nomen

Übersetzung Matrix für dicho:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
frase	dicho; giro; modismo	frase
gezegde	aforismo; dicho; giro; modismo	aforismo; expresión retórica; lema; proverbio; sentencia
spreuk	aforismo; dicho	divisa; eslogan
uitdrukking	dicho; giro; modismo	expresión; expresión de la cara
verwoording	declaración; dicho; expresión; formulación; frase; frase hecha; manera de formular; palabras
zegswijze	dicho; giro; modismo
zin	dicho; giro; modismo	apetito; calentura; deseo; entusiasmo; excitación; fascinación; frase; ganas de comer; ganas de comer algo; hambre; importancia; interés; lascivia; lubricidad; lujuria; oración; precio; sentido; significado; valor
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
genoemd	dicho; llamado; mencionado
gezegd	dicho; llamado; mencionado
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
gemeld	citado; dicho; mencionado
verwoord	dicho; llamado; mencionado

Verwandte Wörter für "dicho":

dicha, dichas, dichos

Synonyms for "dicho":

antedicho; mencionado; aludido; citado; referido
locución; frase; expresión; giro
proverbio; sentencia; adagio; aforismo; máxima; refrán; axioma; apotegma

Wiktionary Übersetzungen für dicho:

Cross Translation:

From	To	Via
• dicho	→ gezegde	↔ adage — old saying
• dicho	→ in kwestie; desbetreffend; desbetreffende	↔ said — mentioned earlier
• dicho	→ gezegde; spreuk; spreekwoord	↔ saw — saying or proverb
• dicho	→ gezegde; spreekwoord	↔ saying — proverb or maxim
• dicho	→ verteld	↔ told — past participle
• dicho	→ spreuk	↔ Spruch — kurzes vorgefertigtes Ensemble von Wörtern, ähnlich dem Vers
• dicho	→ spreekwoord	↔ dicton — Mot ou phrase qui a pris la forme d'une référence a l'expérience, au savoir des anciens.

Computerübersetzung von Drittern: