Home ->Wörterbücher ->Englisch/Niederländisch ->übersetze weekend

übersetze weekend von Englische ins Niederländisch

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

weekend:
- weekeinde; weekend
Wiktionary:
- weekend → weekend, weekeinde
- weekend → weekeinde, weekend

Englisch

Detailübersetzungen für weekend (Englisch) ins Niederländisch

weekend:

weekend [the ~] Nomen

the weekend
het weekeinde; het weekend
- weekeinde [het ~] Nomen
- weekend [het ~] Nomen

Übersetzung Matrix für weekend:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
weekeinde	weekend
weekend	weekend

Verwandte Wörter für "weekend":

weekends

Synonyms for "weekend":

time period; period of time; period
spend; pass

Verwandte Definitionen für "weekend":

a time period usually extending from Friday night through Sunday; more loosely defined as any period of successive days including one and only one Sunday¹
spend the weekend¹

Wiktionary Übersetzungen für weekend:

weekend

noun

break in the working week
- weekend → weekend; weekeinde

weekend

noun

periode van vrijdagavond tot en met zondagnacht
- weekeinde → weekend
de periode van vrijdagavond tot en met zondagnacht
- weekend → weekend

Cross Translation:

From	To	Via
• weekend	→ weekeinde; weekend	↔ week-end — Week-end

Verwandte Übersetzungen für weekend

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University