Übersicht


Englisch

Detailübersetzungen für suprise (Englisch) ins Niederländisch

suprise:

suprise Verb

  1. suprise
    verrassen; iemand overvallen met iets
  2. suprise (amaze; astonish; surprise; wow)
    verbazen; verwonderen; verbijsteren; bevreemden
    • verbazen Verb (verbaas, verbaast, verbaasde, verbaasden, verbaasd)
    • verwonderen Verb (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)
    • verbijsteren Verb (verbijster, verbijstert, verbijsterde, verbijsterden, verbijsterd)
    • bevreemden Verb (bevreemd, bevreemdt, bevreemdde, bevreemdden, bevreemd)

Übersetzung Matrix für suprise:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bevreemden amaze; astonish; suprise; surprise; wow
iemand overvallen met iets suprise
verbazen amaze; astonish; suprise; surprise; wow
verbijsteren amaze; astonish; suprise; surprise; wow
verrassen suprise startle; surprise; take unaware
verwonderen amaze; astonish; suprise; surprise; wow doubt; wonder