Englisch
Detailübersetzungen für shortstop (Englisch) ins Niederländisch
shortstop: (*Wort und Satz getrennt)
- short: klein; ondermaats; van geringe afmeting; kortaf; nors; bruusk; onzacht; eindig; vergankelijk; voorbijgaand
- stop: tegenhouden; stopzetten; tot staan brengen; stoppen; remmen; afremmen; opgeven; ophouden; staken; uitscheiden; ermee uitscheiden; vertraging; oponthoud; halte; stopplaats; halteplaats; inhouden; besluiten; beslissen; stilstaan; blijven staan; stilhouden; halt houden; afzetten; stilzetten; tot stilstand brengen; halt; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; weerhouden; beletten; afhouden; stillen; stelpen; ervanaf houden; tegenwerken; dichten; dwarsbomen; dwarsliggen; gaten stoppen; vertragen; temporiseren; halthouden
- shorts: korte broek; broekje; voorprogramma; kortsluitingen
- top: dop; sluitdop; dak; kap; koepel; overkapping; afdekkap; overdekking; toppunt; summum; top; piek; bergtop; kruin; hoogst haalbare; hoogtepunt; climax; knotten; bovenste; afknotten; huif; hoogste punt; hoger bieden
- Stop: Stoppen
shortstop:
Übersetzung Matrix für shortstop:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | short |
Synonyms for "shortstop":
Verwandte Definitionen für "shortstop":
short-stop:
Übersetzung Matrix für short-stop:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | short-stop bath; stop bath |