"pilot" übersetzt von Englische ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

pilot:
- piloot; vliegenier; vlieger; loodsschipper; vliegtuigkapitein; captain; gezagvoerder; testfase
Wiktionary:
- pilot → piloot, vliegenier, loods, pilot, zeeloods
- pilot → loods, beproeven, passen, aanpassen, proberen, toetsen, uitproberen

Englisch

Detailübersetzungen für pilot (Englisch) ins Niederländisch

the pilot (flier; aviator; airman; flyer)
de piloot; de vliegenier; de vlieger
- piloot [de ~ (m)] Nomen
- vliegenier [de ~ (m)] Nomen
- vlieger [de ~ (m)] Nomen
the pilot
loodsschipper
- loodsschipper [znw.] Nomen
the pilot (captain)
vliegtuigkapitein; de captain; de gezagvoerder
- vliegtuigkapitein [znw.] Nomen
- captain [de ~ (m)] Nomen
- gezagvoerder [de ~ (m)] Nomen
the pilot

– The introduction of the solution into the production environment, and trial by installers, systems support staff, and end users. Pilots are aimed at minimizing the impact of the deployment and providing valuable feedback on the project's suitability for completion. ¹
de testfase
- testfase [de ~ (v)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
captain	captain; pilot
gezagvoerder	captain; pilot	captain; master
loodsschipper	pilot
piloot	airman; aviator; flier; flyer; pilot
testfase	pilot
vliegenier	airman; aviator; flier; flyer; pilot
vlieger	airman; aviator; flier; flyer; pilot
vliegtuigkapitein	captain; pilot
-	airplane pilot; archetype; buffer; cowcatcher; fender; original; pilot burner; pilot film; pilot light; pilot program
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	aviate; fly; navigate
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
vlieger		kite

airplane pilot; aviator; aeronaut; airman; flier; flyer
mariner; seaman; tar; Jack-tar; Jack; old salt; seafarer; gob; sea dog
pilot program; pilot film; television program; TV program; television show; TV show
original; archetype; model; example
pilot burner; pilot light; gas burner; gas jet
fender; buffer; cowcatcher; framework; frame; framing
fly; aviate; operate; control
navigate; steer; maneuver; manoeuver; manoeuvre; direct; point; head; guide; channelize; channelise

pilot

noun

pilot

noun

een persoon die schepen begeleidt bij het varen van en naar een haven
- loods → pilot
loods die schepen van en naar de open zee loodst
- zeeloods → pilot; práctico de altura

Cross Translation:

From	To	Via
• pilot	→ loods	↔ Lotse — Seemann, der berufsmäßig Schiffe durch schwierige Gewässer in den Hafen berät
• pilot	→ beproeven; passen; aanpassen; proberen; toetsen; uitproberen	↔ essayer — Traductions à trier suivant le sens