Übersicht
Englisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. inspectors:
  2. inspector:
  3. Wiktionary:


Englisch

Detailübersetzungen für inspectors (Englisch) ins Niederländisch

inspectors:

inspectors [the ~] Nomen

  1. the inspectors (supervisors; superintendent; observers; foremen)
    de toezichthouders; de inspecteurs; de opzichters; de surveillanten; de opzieners
  2. the inspectors (supervisors)
    de opzieners; de opzichters

Übersetzung Matrix für inspectors:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inspecteurs foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
opzichters foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
opzieners foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
surveillanten foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
toezichthouders foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors attendants; surveillants

Verwandte Wörter für "inspectors":


inspector:

inspector [the ~] Nomen

  1. the inspector (ticket inspector; examinator)
    de controleur; de treinconducteur; de conducteur
  2. the inspector (examiner)
    de inspecteur; de controleur
  3. the inspector (sampler)
    de keurmeester

Übersetzung Matrix für inspector:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
conducteur examinator; inspector; ticket inspector conductor; railway guard; trolley conductor
controleur examinator; examiner; inspector; ticket inspector
inspecteur examiner; inspector
keurmeester inspector; sampler
treinconducteur examinator; inspector; ticket inspector
- examiner
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- checker; comptroller; controller; supervisor

Verwandte Wörter für "inspector":


Synonyms for "inspector":


Verwandte Definitionen für "inspector":

  1. an investigator who observes carefully1
  2. a high ranking police officer1

Wiktionary Übersetzungen für inspector:

inspector
noun
  1. iemand die belast is met de controle
  2. beroep|nld iemand wiens taak het is inspecties uit te voeren

Cross Translation:
FromToVia
inspector inspecteur; opzichter inspecteur — Celui, celle dont la fonction est d’inspecter, de surveiller quelque chose.