Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
hold:
- vasthouden; niet laten gaan; realiseren; onderkennen; beseffen; inzien; doorzien; handhaven; stand houden; aanhouden; arresteren; gevangennemen; oppakken; inrekenen; beethouden; opsluiten; vastzetten; in de cel zetten; wachten
- vat; barrel; ton; fust; bak; emmer; pot; teil; kuip; beetnemen; greep; beetpakken; vastpakken; houdgreep; scheepsruim
-
Wiktionary:
- hold → ruim, scheepsruim
- hold → vasthouden, tegenhouden, bijhouden, bevatten, houden, vastgrijpen, vastpakken
- hold → sheepsruim, scheepsruim, ruim, beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven, aandoen, aanrichten, stichten, veroorzaken, invloed, inwerking, imperium, rijk, keizerrijk, ruimte, bekleden, beslaan, bezetten, bezig houden, in beslag nemen, bewonen, inwonen, aandrijving, bemiddelen, uitreiken, verschaffen, verstrekken, bevatten, inhouden, vervatten, behelzen, leggen, plaatsen, situeren, stationeren, identificeren, vereenzelvigen, bijhouden, vasthouden
Englisch
Detailübersetzungen für held (Englisch) ins Niederländisch
held:
Verwandte Definitionen für "held":
held form of hold:
-
to hold (don't let go of; retain; keep)
-
to hold (realize; contain; grasp; get to know; realise)
-
to hold (stand firm; maintain; preserve; uphold; hang on; stand by)
-
to hold (arrest; apprehend; pick up; detain; seize; imprison)
-
to hold
-
to hold (put in gaol; detain; lock up)
-
to hold
– To temporarily suspend an active phone call. 2
Konjugationen für hold:
present
- hold
- hold
- holds
- hold
- hold
- hold
simple past
- held
- held
- held
- held
- held
- held
present perfect
- have held
- have held
- has held
- have held
- have held
- have held
past continuous
- was holding
- were holding
- was holding
- were holding
- were holding
- were holding
future
- shall hold
- will hold
- will hold
- shall hold
- will hold
- will hold
continuous present
- am holding
- are holding
- is holding
- are holding
- are holding
- are holding
subjunctive
- be held
- be held
- be held
- be held
- be held
- be held
diverse
- hold!
- let's hold!
- held
- holding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the hold (barrel; bucket; vat; vessel; tub; cask; drum; pan; pail; butt)
-
the hold (having a grip)
-
the hold
-
the hold (ship's hold)
het scheepsruim
Übersetzung Matrix für hold:
Verwandte Wörter für "hold":
Synonyms for "hold":
Antonyme für "hold":
Verwandte Definitionen für "hold":
Wiktionary Übersetzungen für hold:
hold
Cross Translation:
noun
hold
-
cargo area
- hold → ruim; scheepsruim
-
to detain
- hold → vasthouden
-
to cause to wait
- hold → tegenhouden
-
to keep possession
- hold → bijhouden
-
to contain
- hold → bevatten
-
to grasp
- hold → vasthouden; houden
noun
verb
-
iets of iemand grijpen en vasthouden
Cross Translation: