"hail" übersetzt von Englische ins Niederländisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

hail:
- groeten; gedag zeggen; begroeten; verwelkomen; welkom heten; hagelen; praaien; aanroepen
Wiktionary:
- hail → begroeten, hagelen
- hail → hagel
- hail → hagel, hagelen, bij acclamatie benoemen tot, toejuichen, zijn bijval betuigen, uitroepen tot, groeten, begroeten, genieten, krijgen, ontvangen, toucheren, accepteren, aannemen, halen, aanroepen, oproepen, praaien

Englisch

Detailübersetzungen für hail (Englisch) ins Niederländisch

hail:

to hail Verb (hails, hailed, hailing)

to hail (welcome; bid welcome)
groeten; gedag zeggen; begroeten
- groeten Verb (groet, groette, groetten, gegroet)
- gedag zeggen Verb
- begroeten Verb (begroet, begroette, begroetten, begroet)
to hail (welcome; bid welcome)
verwelkomen; welkom heten
- verwelkomen Verb (verwelkom, verwelkomt, verwelkomde, verwelkomden, verwelkomd)
- welkom heten Verb (heet welkom, heette welkom, heetten welkom, welkom geheten)
to hail
hagelen
- hagelen Verb (hagelt, hagelde, gehageld)
to hail (call; speak; shout)
praaien; aanroepen
- praaien Verb (praai, praait, praaide, praaiden, gepraaid)
- aanroepen Verb (roep aan, roept aan, riep aan, riepen aan, aangeroepen)

Konjugationen für hail:

present

hail
hail
hails
hail
hail
hail

simple past

hailed
hailed
hailed
hailed
hailed
hailed

present perfect

have hailed
have hailed
has hailed
have hailed
have hailed
have hailed

past continuous

was hailing
were hailing
was hailing
were hailing
were hailing
were hailing

future

shall hail
will hail
will hail
shall hail
will hail
will hail

continuous present

am hailing
are hailing
is hailing
are hailing
are hailing
are hailing

subjunctive

be hailed
be hailed
be hailed
be hailed
be hailed
be hailed

diverse

hail!
let's hail!
hailed
hailing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Übersetzung Matrix für hail:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aanroepen		call; calling; hailing
groeten		greeting
praaien		call; calling; hailing
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aanroepen	call; hail; shout; speak	appeal to; call; call in; call out to; cry out to; enlist; invoke
begroeten	bid welcome; hail; welcome
gedag zeggen	bid welcome; hail; welcome
groeten	bid welcome; hail; welcome	greet; salute
hagelen	hail
praaien	call; hail; shout; speak
verwelkomen	bid welcome; hail; welcome
welkom heten	bid welcome; hail; welcome
-	acclaim; come; herald

Synonyms for "hail":

Wiktionary Übersetzungen für hail:

hail

verb

to greet
- hail → begroeten
said when hail is falling
- hail → hagelen

noun

balls of ice
- hail → hagel

hail

noun

bolvormig ijs dat als neerslag uit de hemel valt
- hagel → hail

verb

het uit de hemel neerkomen van hagelstenen
- hagelen → hail

Cross Translation:

From	To	Via
• hail	→ hagel	↔ Hagel — aus meist kleinen Eisklumpen bestehender Niederschlag
• hail	→ hagelen	↔ hageln — es hagelt = Hagel fällt
• hail	→ bij acclamatie benoemen tot; toejuichen; zijn bijval betuigen; uitroepen tot	↔ acclamer — saluer par des acclamations.
• hail	→ groeten; begroeten; genieten; krijgen; ontvangen; toucheren; accepteren; aannemen	↔ accueillir — Traductions à trier suivant le sens
• hail	→ hagel	↔ grêle — pluie qui tomber sous forme de petits blocs de glace.
• hail	→ hagelen	↔ grêler — tomber, en parlant de la grêle.
• hail	→ halen	↔ haler — marine\|fr tirer à soi avec force à l’aide d’un cordage.
• hail	→ aanroepen; oproepen; praaien	↔ invoquer — appeler à son secours, à son aide, par une prière.
• hail	→ groeten; begroeten	↔ saluer — donner à quelqu’un une marque extérieure de civilité, de déférence ou de respect, en l’aborder, en le rencontrer, en le quitter.

Computerübersetzung von Drittern:

übersetze hail von Englische ins Niederländisch