Englisch
Detailübersetzungen für go past (Englisch) ins Niederländisch
go past: (*Wort und Satz getrennt)
- go: gaan; vertrekken; weggaan; opstappen; heengaan; opbreken; zich begeven; lopen; stappen; zich voortbewegen; weg; heen; vort; ksst; beurt; spelletje; rondje; afleggen; meters maken
- past: verleden; vroeger; vorige; geweest; voorheen; voormalig; toenmalig; vroegere; ex; voormalige; gewezen; verleden tijd; onvoltooid verleden tijd; o.v.t.
go past:
Übersetzung Matrix für go past:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | exceed; go by; overstep; pass; pass by; surpass; top; transcend; travel by |